Dat .xv. Capittel spreect van Tormapatami, Pardarani, ende Capogato den steden in Jndia.
TOrmapatami is van Cannonor xij. mijlen, die en is niet seer rijck ende is een mijle van die zee gelegen, ende heeft een vlietende water niet groot, ende heeft eenen bisonderen heere. Dat volc deser stadt leeft meestendeel in arbeyt, ende haer meeste neeringe sijn dye boomen ende noten die wi heeten Jndiaensche noten, die selue eten si met een weynich rijs. Mer si hebben veel houts, wt welc men schepen maect. Jn deser stadt woonen bi vijftich duysent heydenen, Machometanen, ende sijn onderworpen den coninc. Jc en wil ooc niet voorder scrijuen van haren leuen ende zeden, tot dat ic scrijuen sal van Calcoeten, die ooc van den seluen geloue sijn, in deser stadt sijn veel amre huysen, een huys op eenen haluen ducaet geschat, daer bleuen wy twee dagen, ende doe trocken wy in een ander stadt ghenoemt Pardarani een dachreyse van der voorschreuen stadt gelegen, ende is onderworpen den coninck van Calcoeten, gheheel een slechte stadt, ende ten heeft gheen poorten Ende tegen ouer dese stadt leyt een woest eylant daer niemant in en woont, ende des volcx zeden ende leuen is gelijc tot Calcoeten. Wi schieden van daer, ende quamen in een stadt genoemt Capogato, dese stadt is ooc onder den coninc van Calcoeten, ende heuet een huepsch palleys na der ouder wet getimmert, Ende een cleyn water vloet tegen tzuyden. Daer en is niet in weerdich te scrijuen, daerom wi daer niet lange en bleuen,ende wi scheyden van daer, ende quamen in die edel stadt van Calcoeten met vruechden. Ende gelijc ic tot hier toe gespaert heb te scrijuen vanden leuen, seden, cleydinge ende ghelooue, dat gehouden wert inden coninclijcken steden, Cevul, Dabuli, Bathacala, Onor, Mangolor, Cannonor, Caicolon, Colon, ende Narsinga. Nv wil ic v seggen vanden coninc tot Calcoeten,want hi wort gehouden voor den treffelijcsten coninck bouen alle andere coninghen.