Bijlage 6. De bende van de stronk
Boon publiceerde deze bespreking in De roode vaan van 26 oktober 1945.
More brains...Maar als er ons iemand een internationalen roman brengt, een intellektualistischen roman, dan gaan de jaren voorbij en het boek blijft liggen, onopgemerkt en onopengesneden. Waar is de literatuurgeschiedenis die de volle aandacht opeischt voor Van Ostayen's ‘Bende van de Stronk?’ Het boek moest reeds vertaald geweest zijn in het Fransch, het Engelsch, het...och, waarom die nutteloze woorden? De Stronk is een man zonder beenen die een frappante gelijkenis heeft met een zeer gekend diplomaat. De bende van de Stronk, waarin de Stronk zelf niets te vertellen heeft, vat het plan op, om den diplomaat te schaken en de Stronk in de plaats te brengen, doch daarom moeten hem de beenen nog wat verder afgezet worden, en een aan lager wal geraakte chirurg voert de operatie uit. Aan het Hof trouwt hij, Hidaljaan zijnde, met de dochter van een Teutoon, om de beide staten nauwer tot elkander te brengen. Het is een engel van schoonheid, deze Teutoonsche, maar een duivel van abnormale begeerten, en zij plaatst de Stronk in de echtelijke kamer op een voetstuk, terwijl zij haar minnaars binnenbrengt. Maar het gaat niet om het verhaal, dat in den grond-absurd is, grotesk, het gaat om ‘More brains’. Van de eene bladzijde naar de andere spinteren de ideeën los, straalt en spat een vuurwerk open van humor en sarkasme. Bloedend, aangrijpend, speelsch, doodend, vol honing en vergift is de geest van dit boek. Er wordt daar met het Hof, de diplomatie, de internationale verhoudingen de draak gestoken op een manier zoals gij het nergens in Vlaanderen weten doen hebt. De ongelooflijke hebzucht en huichelarij der menschen wordt u daar zoo stinkend onder den neus gewreven, dat ge beschaamd gaat worden. Immer opnieuw geeft de schrijver u van de zweep, schopt hij u tegen de schenen. Maar men moet den moed hebben, zich eens te laten schoppen, en tot het einde toe te lezen. Waarom zou de schrijver u sparen, als hij in de eerste
plaats zichzelf niet spaart? De taal is sprankelend, zuiver, en intellektualistisch als géén. En tevens is het zoo boeiend als een echt ‘bende’-verhaal.
Louis p. boon