tot stand komen van de harmonie tussen individu en omringende wereld. Alle figuren uit mijn boeken bestaan in werkelijkheid. Alle gebeurtenissen hebben plaats gevonden. Een roman heeft alleen waarde als persoonlijke getuigenis. De auteur moet een getuigenis van zijn eigen leven geven. Laatste boeken allemaal in ik-vorm.
Wij: In uw werk is duidelijk een breuk te constateren, twee grote lijnen. Wij kunnen zelfs van twee auteurs spreken. Van nummer twee, de heer F. Langen, kan niet gezegd worden dat ‘hij zich geheel aan de letterkunde wijdt’, zoals Buddingh' wil doen geloven. Zekere verplichtingen hebben hem genoodzaakt een betrekking als copy-writer te aanvaarden. En... zijn charmante vrouw Paula en zoontje Jeroen.
Voorkeur voor bepaalde schrijvers? Met wie voelt u zich verwant?
Geen antwoord. Gastheer verlaat vertrek. Stalt even later stilzwijgend tiental boeken uit op de vloer. Schrijver blijkt steeds dezelfde: Ferdinand Langen.
Hij: Geen uitgesproken voorkeur. Voel me met niemand sterk verwant, uitgezonderd Camus en Waugh, wiens satyriek ik bewonder.
Wij: Hoe staat u tegenover hedendaagse poëzie?
Hij: Voor onze moderne poëzie heb ik grote belangstelling. Ik vind moderne poëzie belangrijk, omdat ik de poging proef om een beeld te geven van de wereld (waarin de dichter leeft). Literatuur in het algemeen is belangrijk, voor zover ze menselijke waarde bezit. Estetische waarde is van geen belang.
Wij: Mening over literaire kritiek?
Hij: Enige maatstaf voor kritikus: eerlijkheid waarmee geschreven is. Het werk is geslaagd, wanneer de eerlijkheid gegoten is in een vorm die de lezer zo weinig mogelijk belemmert. Kritikus moet vooral letten op zuivere vorm. Kritiek kan ik slechts waarderen, ligt voor de hand, zolang ze eerlijk is. Overigens ben ik van mening, dat ik zelf de beste kritikus ben. Ik kan dus zeggen: volgens de kritiek begint mijn belangrijke werk met ‘Jacques en Jaqueline’. Boeken uit eerste periode worden niet meer erkend.
Wij: Kort mening over moderne Vlaamse literatuur?