20
Ik word naar een straat gestuurd op gerucht van moord. Bij een huis gekomen, zie ik een man de deur uitvliegen, kleren vlam gevat.
Het huis binnengaande, zie ik in achterkamer omgevallen petroleumstel. Gordijnen hebben vlam gevat. Een man en vrouw op de grond. De man heeft een grote wond op zijn behaarde hoofd. Kan zijn rechterarm niet bewegen: zwelling tussen oksel en borstbeen. Vrouw kan linkerarm niet bewegen. Midden bovenarm komt bloed door kleding. Op de grond revolver, waaruit kogel ontbreekt, en breekijzer.