17
Vader en Moeder gaan haast nooit naar een film.
‘Nu is het vakantie. We hoeven er niet voor uit te breken naar de stad.’
Mee naar On Moonlight Bay.
‘Ik vind de liedjes wel leuk.’
‘Ik ben voor dit soort films een beetje te oud geworden. Aardig vakantiefilmpje.’
Gordon McRae heeft een bagagedrager vóór op zijn fiets.
Vader staat uren te zagen en te solderen in het hok. Hele stellages van stukken pijp (Barzilay). Keukekrukjes. Dat kan hij heel goed, als hij wil. Bijzettafeltjes wiebelen. Doos kranten-clichés gesmolten in hok, avonden werk, teringstank. Voetstuk voor staande schemerlamp. Niet te tillen, op je tenen passen, nergens tegen aan stoten.
‘Ben je niet goed wijs geworden? Is de fiets die ik voor je in mekaar gezet heb, soms niet goed genoeg? Wie heeft zo'n stevige fiets? Dan is het stuur weer niet sportief genoeg. Dan moet het weer omgedraaid worden. Dan moet het zadel weer hoger. Deis je een beetje.’
Wat zouden ze ons nakijken. Op de stang is vermoeiend. Ik kom haast niet bij de trappers. Heleboel zouden het gelijk nadoen. Dat zag je met die broekspijpen. Weet je nog? Ze werden helemaal vet van onderen: geen kettingkast. Ze bleven vastzitten