16
Even vlug een kaartje: Ik sta in de telefooncel van Vroom en Dreesmann. Ik had al een brief voor je klaar, maar die heeft mijn vader gevonden en verscheurd en zodoende. Eigenlijk mag ik de deur niet eens uit. Al twee dagen niks van je gehoord. Postzegel voor niks er af gehaald. Helemaal niet aardig van je. Heb je soms iemand anders, die je in beslag neemt! Niet dat ik jaloers ben, hoor. Ik weet niet, of dit een foto uit een film is. Ik denk het wel, aan het uniform te zien. Ik heb nog twee andere, maar die krijg je wel. Nou, dag hoor, er gaat niks meer op. De kruisjes zijn kusjes.