De reus van Rotterdam
(1971)–C.B. Vaandrager– Auteursrechtelijk beschermdStadsgeheimen
[pagina 21]
| |
Duel tussen twee jongens in Brindisi (Italië). Verliefd op dezelfde meid, onder haar balkon uitgevochten. De een valt dood neer. De ander sleept zich zwaar gewond weg. Zij is getuige. Regendruppels vormen een plas onder het raamkozijn. Ik ijsbeer door mijn witte kamer met grijze gordijnen. Licht uit: maanlicht net goed ter onderscheiding van voorwerpen (glimmend metaal). Heilige Zondag: vroeg opgestaan, langzaam, zorgvuldig geschoren. Niks eetbaars. Stille, schone zondagochtendstraat. Winderig, halfvochtig, groene, gele blaren. Men verlaat schepen in Maashaven. Men springt van het ene schip op het andere. Men nadert wal via loopplanken. Ter kerke, van het midden van de rivier. Olievlekken, pas opvallend (oplichtend) bij doorbrekende zonnestraal (grauw wolkendek). Alsof de ducdalven elk moment in mekaar kunnen storten, onder water steeds verder weg gerot. Accumulatie van drijfhout op glooiende keien, in fabriekshekken. In Hongerwinter meegesleept op slee. Blauwwitte, gezwollen buiken van voorbijdrijvende kadavers. Spandoek in dorp: Overvoeding: Dikke Buiken: Ondervoeding. Wat vreten zigeuners ook weer, indachtig een Hindoe-spreekwoord? Vergeetachtig? Terug naar pag. 12. Afgestapt en aangestaard: agent op fiets. Op het auto-asfalt: dooie mus, plat als duppie, 1 oogje in tact. Hooppie vuil, trillend donsveertje los te maken met ansichtkaart. Mannen, allemaal zwart, ter kerke. Straat niet meer stil. Gezichten achter gordijnen, in spionnetjes. Warme grammofoon, gebogen hoofd, grote zaal met mensen. Neuriën, meetikken, opneemarm, klikken, zakken in groef. Op tenen naar deur. Net middag: kerkklok bedankt. Hoe zie ik er uit (in winkelruit)? Geen gehoor, in gesprek, gesloten deuren. Misselijk op trambalkon. Niet eens druk, kop buiten rijtuig, wind happen, kotsen voorkomen. Draf, gebogen hoofd, van halte tot huisdeur. |
|