ik ben zogezegd een kleine zelfstandige.’
Sereyn zucht en de kring leeft met hem mee. Hij kijkt op zijn horloge.
‘Het is haast mijn tijd. Als de heren zin hebben kunnen ze straks toezien hoe ik een opdracht uitvoer. Over vijf minuten zal langs dit café een bejaard echtpaar passeren. Ze moeten alle twee neergeschoten worden, ik denk een erfeniskwestie, dat komt vaker voor. U zult opmerken dat het hier geen stille straat is en dat ik het zonder auto stel. Dat komt, ik ben in de loop van de jaren wat onverschillig geworden, het is toch allemaal maar namaak. Toch blijf ik komen, ik blijf de illusie volhouden.’
Sereyn pakt het pistool, loopt naar het raam en schuift de vitrage wat opzij. Het café ligt op een hoek en staande voor het raam is de hele Jonkherenstraat te overzien. Het is er stil en schemerig, de lantarens kunnen elk ogenblik aangaan. De mannen aan de tapkast lopen langzaam achter Sereyn aan en gaan in een halve kring om hem heen staan. Iedereen wil het goed zien. Gezamenlijk kijken ze in een gespannen stilte de straat af. Sereyn snuit zijn neus met zijn zakdoek in de linkerhand, in de rechter ligt het pistool.
‘Wat is het toch eigenlijk een nare straat,’ zegt hij dan, ‘ik weet niet waar dat in zit. Het is hier altijd of er elk ogenblik een onweer kan losbarsten.’
De mensen om hem heen geven geen antwoord, ze loeren naar het echtpaar, iedereen wil ze als eerste zien. Toch is het Sereyn die ze aan het eind van de straat, als ze van de brug afkomen, het eerst opmerkt. ‘Daar komen ze.’
De spanning in de kring stijgt. Men zal getuige zijn van een moord in opdracht. Sereyn blijft kalm, het pistool ligt hard in zijn hand. Als altijd op dergelijke momenten denkt hij terug aan de tijd in Amerika toen hij een gevreesd doder was. Daar staat hij nu, in een Hollands café, de naar bier en jenever ruikende adem van een dozijn nerveuze cafébezoekers in zijn nek.
Het ogenblik nadert, het bejaarde echtpaar heeft voetje voor voetje het café bereikt. Sereyn heft het pistool, richt met zijn linkeroog dichtgeknepen en drukt af. Er klinkt een klik, hij drukt nogmaals af, weer een klik. Dan laat hij het wapen in zijn zak glijden en zegt zonder zich om te draaien: ‘Dat was het dan heren.’