Christelyke gezangen
(1669)–Hendrik Uilenbroek– Auteursrechtvrij
[pagina 91]
| |
Toon: Psalm 97.Godt! die dan dag en nacht.
In hare order bracht.
Gink aan den Hemel stichten,
Zoo veele zuivre lichten
De heldre Zon, en Maan,
Die om de werelt gaan
De Sterren met haar glans,
Die door den Hemel, gans
Cierelijk verspreyt staan.
2. De Maan, in haaren kring
Zoo vol verandering,
Komt haar geleende straalen
Van ’t Zonne licht onthaalen.
Zoo is ô ziel! uw staat
Die ’t oog’ op Iezus slaat;
Op dat zijn licht en straal,
Geduurig in uw daal,
Tot duysternis vergaat.
3. Wat flikkert meenig licht?
Zoo klaar in ons gezicht,
Des nachts in duysternisse,
Als wy de Zonne missen.
Is ‘t Firmament zoo schoon?
Hoe heerlijk is Gods Troon,
| |
[pagina 92]
| |
Daar ‘s Vaders aanzicht straalt?
Daar onzen Konink praalt!
Daar krijgt mijn ziel de kroon.
4. O vrome! die hier leeft,
En onder booze zweeft,
Geeft uwen klaren luyster,
Als Sterren in het duyster,
Elk van uw geve licht
U tong, en wandel, sticht’
De blinde kromme schaar:
Dan zult gy Zonne klaar
Blinken, voor Gods aanzicht.
|
|