Christelyke gezangen
(1669)–Hendrik Uilenbroek– AuteursrechtvrijToon: Psalm 24.Al ‘t Schepsel dat op aerden leeft,
’t Welk dat zijn plaats en woning heeft,
| |
[pagina 76]
| |
Verheugd zich in de heldre stralen,
Als ’t aangename Zonne-licht!
En ’s Hemels klaar, en schoon gezicht,
Zoo liefelijk komt neder dalen.
2. Dank zy uw Heere! voor dit goedt
Dat gy ons van den Hemel doet,
Gy zendt uw zegen op ons neder,
Het veldt, met al zijn vrucht, en kruidt,
De hoven, bomen met haar fruit,
Verquikken, haar in ‘t groejend, weeder.
3. O Heere! dat uw aangezicht
In Iezus’ ’t droevig hert verlicht.
Dat zielen duysterheit verdwijne,
Bevreedigt ons beroert gemoedt,
Naa al ‘t onweeder in ons, doet
Uw gunst, en goedheit weer verschijnen.
|
|