Christelyke gezangen
(1669)–Hendrik Uilenbroek– AuteursrechtvrijToon: Psalm 36: of 68.Verheft nu weder uwen toon,
Nu Iezus vaart naa ’s Hemels troon,
Met nieuwe lof-gezangen.
O Ziel zoo traag en laeg na aart!
Volgt Iezum naa der Hemelwaart,
Blijft doch aen ’t aerds niet hangen
Ziet hier een wolk neemt hem uit t’oog.
| |
[pagina 58]
| |
Daar voer uw Heyland! heen om hoog,
Ter hoogster Hemel-wooning,
In Eere, Macht, en Majesteyt,
Die hy bezit van eeuwigheyt,
Heerscht hy nu, uwe Koning.
2. Zijn werk was op de aerd volbracht.
Vertreeden had hy ’s Zatans macht.
Dies moest hy zeege-praalen,
Nu doods- em hels-gevankenis.
Verbrooken en gevangen is,
Moet hy de kroon behaalen.
Hoe juicht? en zong des Hemels-hof!
Waar was oyt vreugden-rijker stof,
Voor zaal’ge Hemellingen?
Als dezen Heylandt Triumfeert
En over Vyanden regeert,
Wie moet niet vroolijk zingen?
3. Of hy schoon uit de werelt gaat,
En naa zijn menscheyt die verlaat,
Hy zal geduurig woonen,
Met zijn genade, troost en geest,
By ’t volk dat hem belijdt, en vreest,
Zal hy zijn by zijn toonen.
Iezus aan ’s Vader Rechterhandt!
Geeft ons zijn geest tot onderpandt,
Hy zendt zijn Gaven neder.
Die voorspraak voor Gods aangezicht,
Verschijnt voor ons in ’t Hoog-gericht.
En brengt ons tot hem weder.
4. O ziel! met Iezus opgewekt,
Naa wien u lust en liefde strekt,
Die hier leeft door geloove.
Rijst Hemel-waarts; van Trap tot Trap
| |
[pagina 59]
| |
Daar is uw huis, en Borgerschap.
U wandel zy daar boven.
O Heylandt trekt mijn traage hert!
In táerdse ydel zoo verwert,
Voert my al meer om hooge,
Bereydt daar wooninge voor my,
Op dat ik eeuwig by u zy!
Dat is mijn zucht en poogen.
|
|