Christelyke gezangen
(1669)–Hendrik Uilenbroek– AuteursrechtvrijToon Psal. 90.1. ‘t Oud’ Iaar is heen, en ’t Nieuwe weer verscheenen.
Al zoo veel tijds van ’t leven weer verdweenen,
’t Welk loopt ten eynd; dus eysschen onze zaaken
Dat wy voor Godt, ooit staat en Reekning maken,
En volgen hier den wijzen koopman naa.
Die overweegt zijn handel, winst, en schaa.
2. Als wy eens zien ’t ontfangen goedt, en zeegen?
| |
[pagina 30]
| |
Wat vrucht en winst heeft Godt van ons verkreegen
Hoe slecht is onzen handel affgeloopen?
Wat blijfter al tot onzen laste oopen
Van ‘t Oude Iaar? helaas wat groote schuldt!
Lank-moedich Godt! hebt doch met ons geduldt.
3. Noyt konnen wy die zwaare schuldt betaalen;
Op Iezus Borg, moet gy u recht verhaalen,
Die heeft zich tot voldoeninge verbonden
Zijn bloedt en doodt, delgt uit al onze zonden
Doet dan de schuldt Heer in u schuldboek uit
Nu Iezus zelfs voor ons de Reekening sluit.
4. Ach goede Godt! die tijden doet verjaaren,
Geeft uwen geeft (die ons moet weder baaren
Tot kindren Gods die ’t leven van u erven,)
Due d’oude Mensch, en zouden uit doe sterven;
De Nieuwe Mensch, werd in ons voort geteelt,
En op gerecht des Heeren Iezu beeldt.
5. Vernieuwt de ziel, de krachten, en de zinnen.
Vernieuwtet al, van buiten, en van binnen,
Dat hert, en tong, de zinnen, en de leeden,
Door Christi geest, van voorhuidt zijn besneeden,
In ‘t Nieuwe Iaer gaa ‘t Oude quaat voor by
Op dat in ons uw Nieuwe schepsel zy.
6. Zoo gy ons Heer noch langer wilt verdragen
Uw zegen blijv’ op ons, al onze dagen,
Geleydt, beraadt, bewaart ons, t’aller wegen,
Sterft’, en bewerk’, ons herte nu geneegen,
In ’t Nieuwe Iaar, tot levens-Nieuwigheyt.
Tot Dienst en Eer van uwe Majesteyt.
|
|