Christelyke gezangen
(1669)–Hendrik Uilenbroek– Auteursrechtvrij
[pagina 28]
| |
Toon: Hoe schoon licht ons de Morgen-ster.U Heer! zy lof en dankbaarheit
Voor uwe liefde ons bereydt
Die gy op ons laat stralen,
Dat gy uyt uwen hoogsten Troon,
U eeuwig een-geboren Zoon,
Tot ons laat nederdaalen.
O Godt, ons lot.
Hoe genaadig? en weldaadig! zijn uw wegen.
Groot is uwe liefd en zegen!
2. Wat Zon beschijnt den aerdenkloot?
Zijn glans die is te wonder groot,
Al wort hy arm gebooren,
Zijt welkoom Aller heiden wens!
Zijt welkoom Godt geworden mens!
Door uwen uitverkooren,
O Zon! O Bron!
Der genaden, die de quaden wilt genezen,
Welkom moet ons Iezus wezen!
3. O Iezus! woont doch in mijn hert,
Geneest het van der zonden smert,
Ik wilt uw overgeven,
Neemtet aan Heer! het komt u toe,
| |
[pagina 29]
| |
‘t Is nu der vreemder Heeren moe,
Het zoekt met u te leven,
Straalt dan, daalt dan,
O mijn Koning! in uw woning, met genaden,
Gy alleen kont dat verzaden.
4. O heilig zaalig Hemels Broodt!
Voor ons bereidt door uwen doodt,
Om onze ziel te voeden,
Hoe zullen wy met dankbaarheit?
U overgroote goedigheit,
Maar eenigzins vergoeden?
U Heer! zy Eer
Hier op Aerden, maer naa waerde, u te loven,
Zal geschien volmaakt hier boven.
|
|