Christelyke gezangen
(1713)–Hendrik Uilenbroek– Auteursrechtvrij
[pagina 228]
| |
Toon: ô Kersnacht.
GRoo te liefde van mijnen Vader !
In Christo 's heils-en levens- a der;
Ben ik van eeuwigheit bemint.
Als ik afkeerig van hem dwaalde,
Zijn gunst, en goetheit my be straal de,
Hy maakt, en stelt my tot zyn kindt.
| |
[pagina 229]
| |
2.
Gelukzalig ! is die verkooren;
Van boven door den Geest herbooren
Is; Godt tot zijnen Vader heeft.
Die Jezus is den oudtsten broeder !
Die Zion heeft tot zijnen moeder !
Dien Godt des Hemels erfgoedt geeft.
3.
O Ziel ! gy moet uw Vader eeren,
Hem vreezen. Tot zijn wegen keeren,
In liefd' en onderdanigheit,
Komt in vertrouwen met gebeden,
Vrymoedig voor zijn aanzicht treden.
Genaad', en hulp vindt gy bereidt.
4.
Vader ! uw Geest daal in my neder.
Dan rijst mijn hert, dan roep ik weder,
Abba ! mijn Vader ! Ik uw kindt !
Van mijn kindtschap zy hy getuyge.
Mijn hert hy na uw' Vader ! buyge.
Daar ik mijn troost, en vreugde vind.
|
|