Nieuwe Verhandeling van de Venus-Ziekten
(1700)–Gervais Ucay– AuteursrechtvrijIn welke, na dat men getoont heeft, dat de gewoone wyze van genesen, zeer gevaarlyk, twyffelagtig en swaar is; een andere veel gemakkelyker en veel zekerder wert voorgestelt
[pagina 165]
| |
Het laatste onderrigt aen den Leser.ZIet hier in weinig woorden ’t gene ik tegens-woordig in dit werkjen had te seggen, het welke ik wel wat langer hadde mogen schryven om de algemeene regulen en stellingen, wat wyder uit te breiden, proppende die op met een groot getal van pragtige, en buiten gemeene voorschriften, en schikken yder Hoofd-stuk op, met wel-behersende voor-redens; brengende de gedagten van vyf of ses schryvers te berde; ofte wel eenige andere, daar men niet van kan seggen, doende niet anders dan de schryvers van het hare berooven, gelyk de schouw-spel zotten, die op de vertoon-plaats niet komen dan met kleederen die van veele en verscheiden koleurige lappen syn te zamen geflanst; hier kon ik nog bygevoegt hebben, een goed getal van genesingen Ga naar margenooto met alle hare omstandigheden, om hare ondervindingen gezag te geven; maar alzoo ik my dat niet aantrek, zoo laat ik yder in zyn vryheid blyven, te gelooven of te doen alles ’t gene haar over dit boexken behaagt: ik bidde de regtzinnig oordeelende, welke het | |
[pagina 166]
| |
lezen, ten goeden besten op te nemen, ’t gene ik met een goed herte haar geve; en d’ongeregtige oordeelders, die dit werk schenden, te gelooven, dat zy my van myn stil gemoed niet berooven of ontrusten, ’t gene my God door syn genade gegeven heeft, daar ik hem over versoeken, my daar in te laten volherden, en ’t selve aan alle myne vyanden te geven.
EYNDE. |
|