Een eeuw modern kapitalisme. De Regouts. Leed en strijd van Maastricht's proletariaat
(1976)–Michael Ubachs– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 154]
| |
Hoofdstuk XVII.De wrijving tusschen de klassen deed haar vonken spatten tot ver buiten de stad, waarbinnen de arbeiders in ‘cités ouvriers’, huurkazernen en krottenbuurten waren ondergebracht. Vooral in het dorp Heer, waar zeer veel industrie- en bouwvakarbeiders wonen, die in de stad werken, heerschte een opstandige geest. De theorie, dat de arbeider, die een kleinen eigendom bezit en zelf zijn tuinbouwproducten kan telen, de revolutionnaire leerstellingen zou loochenen, werd vooral in dit dorp niet gerealiseerd. Integendeel. Hier waren zij vrijer, hier hoefden zij de broodheeren niet te duchten. Eerst toen - na zware crisis en werkloosheid - zij hun eigendommen met hypotheek moesten bezwaren bij de onder de invloedssfeer van den Clerus staande Boerenleenbank, eerst toen kreeg men den arbeider onder de knie. Hoevelen hebben niet verklaard door deze hypotheekgeefster geestelijk geknecht te zijn. Voordien durfden velen de vergaderingen der Sociaal-Democraten te bezoeken en beleed een aantal flinke, vrije kerels de socialistische beginselen in 't openbaar. Kapelaan Gadiot waakte evenwel over zijn parochianen. Hij verzamelde een groepje niet al te edele christenbroeders om zich | |
[pagina 155]
| |
heen en begon op provoceerende wijze tegen de socialisten op te treden. Daarnevens wist hij een troepje dorpsvrouwen aan te zetten, om, evenals de schooljeugd, bij het voorbijgaan der huizen van de socialisten het teeken des kruises te maken. Zooiets moet men in niet-katholieke streken niet te licht opvatten, al geschiedde dit dan ook in het begin dezer eeuw, ruim vier honderd jaren na de dood van TorquemadaGa naar eind(143), volgens wiens sadistische bedenksels in deze gewesten 50.000 bewoners vermoord werden. In de tijd van den Roomschen Keizer, Karel de Vijfde, zou zoo iets een voorteeken geweest zijn, dat er weer een van ‘ketterije’ verdachte vrouw levend begraven zoude worden of het was het sein om mutsaardsGa naar eind(144) te vergaren voor een nieuwen brandstapel. De walm dier brandstapels hing niet meer over het Limburgsche land, doch de geest van Karel en Philips II waarde nog door de dalen, waar de rotsblokken en mergerspelonken met elkaar fluisterden over langvervlogen tijden, toen de opstandige bewoners dezer gewesten hunne geheimen aan hen toevertrouwden: toen ze bij hen bescherming zochten tegen de ‘hapscheerders’Ga naar eind(145) van deze bloedvorsten. - Neen die middelen ter kerstening stonden kapelaan Gadiot niet meer ten dienste, doch hij wist, dat het teeken des kruises nog steeds als een wapen beschouwd werd om booze geesten en duivels op een afstand te houden. Toen een aantal kiezers uit Heer de candidatenlijst voor de S.D.A.P. geteekend had, greep kapelaan Gadiot in. Zij moesten in de kapelanie verschijnen, waar hij de roode onverlaten dwong op de knieën te gaan zitten en vergiffenis te vragen. Slechts enkelen ondergingen een dusdanige vernedering, doch hoe was dit bereikt?!... Vooraf waren hun vrouwen tegen hen opgezet, zoo hevig, dat een man, die pertinent weigerde, door de geloofswaanzinnige vrouw met een mes werd aangevallen en ernstig verwond. - De man vluchtte... | |
[pagina 156]
| |
- Zoo werd in vele gezinnen het huiselijk geluk vernietigd door de gezalfden des Heeren. - En de S.D.A.P. groeide... De ‘Scheuteling’ en Jhr. Ruys de BeerenbrouckGa naar eind(146) met R. NafzgerGa naar eind(147) hadden met kapelaan Gadiot overlegd om het roode nest, Heer, uit te branden. Voor dit doel zou vanuit Maastricht een massale demonstratie naar Heer gaan. Vier of vijfduizend man trokken naar het dorp. Kapelaan Gadiot had de heele schutterij te wapen geroepen. Met de bajonet op 't geweer waren ze aangetreden. Zij hadden tot taak het meetingterrein te bewaken. M. Heugen, de leider der socialisten in 't dorp werd gewaarschuwd. ‘Jongen’, had men hem gezegd. ‘Er trekt een heel legerkorps tegen je op.’ Een ander zei: ‘Wapen je! want 't is om jou te doen vandaag’. En Heugen wapende zich met...... een pak ‘Voorvechters’ zooveel hij dragen kon en trok het meetingterrein op, onder den roep: ‘Mannnen en vrouwen van Eer en Deugd, leest de Voorvechter!!...’ De kapelaan greep in, twee gewapende schutters met de bajonet op 't geweer werden aan iedere zijde van den rooden colporteur geplaatst en toen begon men te sarren en gelastte men de schutters Heugen te verwijderen. Doch tusschen de geimproviseerde koddebeiers riep Heugen: ‘Leest de Voorvechter, drie centen maar.’ - Toen wilden de schutters ingrijpen... - ‘Halt!’ klonk de stem van den bonkigen wachtmeester... Wij vertegenwoordigen hier het politioneel gezag! begrepen!!... ‘Deze man, “zei de kapelaan”, veroorzaakt relletjes.’ ‘Geenszins, “meende de wachtmeester!” Hij overtreedt geen enkele Wet of verordening.’ - En daar stonden Ruys met z'n vazallen te koekeloeren. De meeting werd geopend. Martin de Scheuteling moest een | |
[pagina 157]
| |
toespraak houden. Ruys zou als pakkend slot een gloedvolle peroratie houden over de zegeningen van 't roomsche solidarisme. Weer anderen meenden, dat eerst ‘Limburg mijn Vaderland’ gezongen moest worden. - Tot het laatste werd besloten. Een klein groepje socialisten was een andere opinie toegedaan en gaf de voorkeur aan de socialistenmarsch. Dit werkte aanstekelijk en de socialistenmarsch domineerde, op de.... roomsche meeting tegen de socialisten... - Wat een smaad! Ruys, de veroveraar, besloot om na dit gebeuren een demonstratie door 't dorp te houden. Zoo trok de schare, geëscorteerd door de gewapende schutterij, door de straten van Heer... - En Heugen verkocht al zijn Voorvechters!... Toen de stoet den weg op trok naar Maastricht en het dorp verliet, zei Heugen: ‘Daar gaat het kapitalisme met Ruys aan 't hoofd.’ - En wij, jongens, zoo zei hij tot zijn roode makkers, ‘wij blijven in Heer en met ons het Socialisme.’ |
|