Een eeuw modern kapitalisme. De Regouts. Leed en strijd van Maastricht's proletariaat
(1976)–Michael Ubachs– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 131]
| |
Hoofdstuk XIII.Het Maastrichtsche ondernemersdom had, door zijn weigering om zitting te nemen met de vrijgekozen arbeiders den Clerus een dienst bewezen, doch de negatieve, onwaarachtige frase van het solidarismeGa naar eind(119) der klassen was eveneens met de Kamer van Arbeid ten grave gedaald. De cynische bourgeoisie - bezield met onbluschbaren haat tegen het naar boven worstelende proletariaat, meende met deze afmattingsstrategie het verzet der loonslaven te fnuiken, doch oogstte evenmin succes als het naieve vrouwtje, dat een poging deed het opstuwende water der bruizende, kokende zee met een zwabber te keeren. De klassenstrijd laaide steeds feller op en kon zich alleen ontladen door werkstaking en den eisch voor sociale wetgeving, of algemeen kiesrecht. De ‘menschelijkerwijs volmaakte kieswet Van Houten’ was een product van conservatief-kapitalistisch maaksel, waartegen stormloop na stormloop ondernomen werd. In Maastricht was het uitgesloten om onder dit verouderde kiesstelsel een Sociaal-Democraat gekozen te krijgen. | |
[pagina 132]
| |
Toch werd bij iedere verkiezing een fel stuk strijd gestreden, waardoor de socialisten gelouterd werden in den kamp. De peilschaal van den socialistischen invloed op het volk wees merkwaardige ‘Ups and downs’ aan. Voor de verkiezingen van den Raad is de stad in drie districten verdeeld. In district IIGa naar eind(120), was de socialistische invloed het sterkst. Bij wijze van intermezzo zijn hier enkele cijfersGa naar eind(121). In 1907 nam de S.D.A.P. weer voor het eerst na 1897 aan de Raadsverkiezingen deel. In genoemd distrikt kreeg zij 230 van de 800 geldige stemmen; in 1909 van de 987 stemmen 256 en in 1910, nadat Van VorstGa naar eind(122) ‘losgeweekt’ was, 181 van de 858 stemmen. In 1913 steeg dit cijfer weer tot 288 van de 871 stemmen. In de districten I en III was de roode invloed minder sterk. Candidaten voor den Raad waren; in 1907 J. Botke en J.H. ParisGa naar eind(123). In 1911 waren dit W.C. de Jonge, J.H. Paris, J. Beckers en J. BergsteinGa naar eind(124). In genoemd jaar leed de Partij een echec. In district I kreeg W.C. de Jonge slechts 170 van de 1032 stemmen. In district II J.H. Paris 139 van de 1091 en in district III, waar J. Beckers candidaat was, 47 van de 959 stemmen. - De katholieken juichten: - Neerland's Rome was onoverwinnelijk..... Ook nam de S.D.A.P. deel aan de Kamerverkiezingen. In 1905 verkreeg zij in het Kamerdistrict Maastricht 895 van de 3516 stemmen. Toen was S.P. Baart haar candidaat. In 1909 toen W.C. de Jonge de candidaat was, was het cijfer 1178 van de 6117 stemmen en in 1913 1282 van de 6756 stemmen. In het roode Augustijnen district kreeg de S.D.A.P. toen een meerderheid van 32 stemmen. Dit was de eerste roode burcht in het Zuiden van Nederland. District II stond hier als een lichtende, vlammende toorts in de zwarte duisternis, rood gloeiend van revolutionnairen wil. Toen in het Volkshuis de voorzitter der Partijafdeeling van dit heugelijk feit gewaagde en bekend maakte, dat alleen in de stad de S.D.A.P. 946 stemmen had verkregen, barstten de aanwe- | |
[pagina 133]
| |
zigen in gejuich uit. Men stond op, de arbeiders gooiden hun petten in de hoogte en zongen als blijden groet aan den eersten rooden burcht een donderende socialistenmarsch. Boden renden uit 't Volkshuis om de muziekkanten van de ‘Ster’ bijeen te verzamelen. Daarna trok men met gejuich en muziek voorop naar 't terrein van den strijd waar den rooden vloed als een lawine de reactie vezwolgen had. Terwijl de socialistische muziek tegen de huizen schalde zag men Maastricht's proletariaat binnen en buiten de huizen dansen en zong het heele volk der armoebuurt spontaan zijn overwinningslied. In de straten werden cramignons getrokken, en rij-al-out-wagen gespeeld. Zóó uitbundig was de volksvreugd nooit geweest!..... - Nu was er althans één plekje in de duistere woestijn, dat rood gekleurd was. - En de Clerus zwoer zware eeden om dien smaad, hare machten aangedaan te wreken!.... W.C. de Jonge had zich er op toegelegd de arbeiders op te voeden tot politieke rijpheid. Aan onbegrensde wilskracht had het strijdend arbeidersleger niet voldoende om zijn ontzaggelijke maatschappelijke roeping te vervullen. De Jonkheer was een sociaal-psychioloog. Het was hem een groote voldoening mede te werken om ds vurige socialisten die nooit strijdensmoe schenen te worden, te brengen in de sfeer van geestelijke verruiming. Hij bevorderde dusdoende in niet geringe mate het zelfstandig denken. De activiteit naar buiten verflauwde eenigzins, doch het socialisme groeide naar binnen en in de diepte om spoedig op te borrelen tot een niet te stuwen bron van lafenis voor het nog diep vernederde en geknechte proletariaat. De guitenstreken van het jonge, levenslustige socialisme moesten plaats maken voor de schoolbanken, al was dit voor de ongereide, balsturige rooien een zware beproeving: Het moest en daarom gebeurde het.... | |
[pagina 134]
| |
Cursussen werden georganiseerd. Organisatorische begrippen werden bijgebracht. Oef! Oef! wat moest er geblokt worden... - Doch dra bleek de groote waarde ervan; de geest werd verrijkt; initiatief werd geboren. - En de vruchten?... Hij die een onderzoek instelt naar de geschiedenis der socialistische beweging gedurende het eerste decennium onzer eeuw zal in de archieven van de Maastrichtsche beweging kunnen ontdekken, dat in dat tijdperk bijna alle fundamenteele grondslagen werden gelegd voor de thans meerendeels bestaande organisaties. Opnieuw warden afdeelingen opgericht van de bouwarbeidersbonden, de timmerlieden, metaalbewerkers, spoorwegpersoneel, transportarbeiders, typografen, mijnwerkers e.a. De Coöperatie verheugde zich in steeds grooteren bloei; filialen werden gesticht te Limmel, te Wijk aan de Rechtstraat en te Maastricht aan de Steenebrug en Groote Gracht. Op 23 October 1909 werd de vijfde kruidenierswinkel geopend. Een schoone taak kon de coöperatie in de oorlogsjaren vervullen toen de Belgen leefden onder den Duitschen Staat van beleg. De oorlogstoestand had het onderlinge contact van de afdeelingen der Belgische Werkliedenpartij ten zeerste geknauwd. Bakmeel mocht naar België niet uitgevoerd worden, wel brood. De Coöperatie ‘Het Volksbelang’ leverde groote massa's brood aan de Belgische zusterorganisatie. Duizenden brooden werden dagelijks uitgevoerd. De levering stokte veelal omdat er in België geen behoorlijk contact onder de afnemers bestond. De bedrijfsleider, J. Bergstein wist te bereiken, dat de Belgische socialisten vergunning van de Duitschers bekwamen om hun broodinkoopen collectief te doen. Hierdoor kwam niet alleen groote verbetering in de broodvoorziening, doch kon ook op ander terrein het verbroken contact hernieuwd worden. |
|