Zedenzangen
(1720)–Carolus Tuinman– Auteursrechtvrij
[pagina 104]
| |
2.
Hebt gy een zeiltje, zet dat by:
Maar ook neem de riemen vry,
En de boomen:
Want daar komen
Tegenwinden wel, en vloed,
Als u het zeil geen voordeel doet.
3.
Hebt ge dan 't roeyen wel geleert:
Schoon gy hulp van 't zeil ontbeert,
Door uw' handen
Zult gy landen
Aan de kust, waar naar gy streeft,
Schoon gy 'er met het ty niet dreeft.
|
|