Zedenzangen
(1720)–Carolus Tuinman– Auteursrechtvrij
[pagina 23]
| |
Verscheiden is, die niet gelyken?
't Is, wyl de menschen strydig blyken.
2.
Is ergens bloem aan boom of kruid,
Daar zuigt de By haar honig uit,
De Spin vergif. Zo zal verschillen,
Wie goed wil keuren, of bedillen.
3.
Een quaade maag verderft het al,
Zo word de suiker zelf tot gal:
Daar maagen, die gezond zyn, maken,
Dat ook geringe spyzen smaaken.
4.
Het is hier dan, als zulk een vat,
Dat wederzyds een handgreep had.
Die 't hier by vat, zal alles pryzen:
Die 't daar grypt, zal het al verwyzen.
5.
Ook uit het beste woord, of daad,
Neemt liefdeloosheid enkel quaad.
En argwaan zal het al verdoemen,
En zwart, het geene wit is, noemen.
6.
De liefde neemt het al te goed',
Wat kan bestaan met goed gemoed:
Maar haat zal ook de beste dingen
Misduiden, last'ren, en verwringen.
7.
Hoort gy dan, dat men laakt, of pryst:
Wacht, eer gy zelf een vonnis wyst,
Niet naar wat and're daar van spreken,
Maar wat u zelf zal zyn gebleken.
|
|