Mengelstoffen van vele christelijke gezangen
(1709)–Carolus Tuinman– AuteursrechtvrijToon: Henderikjes.
I.
HEil-verkonder,
Liefde-wonder,
God bevleescht, en Offer-lam,
'k Sla mijn ooge
Naar om hooge,
Daar gy hangt aan 's kruices stam.
| |
[pagina 63]
| |
II.
Of aldus:
Wat doorluchte Hemel-vruchten
Worden van uw kruis gesmaakt:
Dat gy t'evens
't Hout des levens
En een Hemel-ladder maakt!
III.
'k Heb den zegen
Weêr gekregen
Door uw vloek: want gy voldeed
't Allegader
Aan uw Vader,
Als gy aan het kruis-houd leed.
IV.
Mijne zonden
Zijn uw wonden,
En uw wonden mijn rantzoen.
Mijne slagen
Woud gy dragen,
En uw sterven is mijn zoen.
V.
O hoe deerlijk!
Maar begeerlijk,
Hangt g' op Golgotha voor my,
Daar ik vinde
Schuilplaats in de
Klove van uw open zy!
| |
[pagina 64]
| |
VI.
O wat komen
Levens-stroomen
Uit uw wonden neêrgedaalt!
't Wijl uw herte
In die smerte
Liefde-vlammen van zich straalt.
VII.
't Hooft te buigen
Wil betuigen
Dat gy my uw kus aanbied:
En uw armen,
Tot ontfarmen
Uitgebreid, en sluit gy niet.
VIII.
'k Zie uw handen
Uitgespand, en
Open ter mildadigheid.
'k Zie uw voeten
Gantsch bebloed, en
Vast; maar tot mijn hulp bereid.
IX.
O dus wreekt gy
En verbreekt gy
d'Oude slangs bedrijf en hooft.
Gy en wijkt niet,
Noch bezwijkt niet,
Tot Gy hem zijn buit ontrooft.
X.
't Zegepraalen
Te behalen
In het Kamp-veld van het kruis
Was uw glori:
Die victori
Brengt ook ons in 's Vaders Huis.
| |
[pagina 65]
| |
XI.
O mijn Heere!
Dit 's mijn eere
Dat ik u mijn Heiland noem.
Jood en Heide
Stoot zich beide;
't Is uw kruis waar in ik roem.
|
|