Beginzel van hemelwerk(1720)–Carolus Tuinman– AuteursrechtvrijBestaande in mengelzangen over menigerlei uitgelezene geestelyke en stichtelyke keurstoffen, tot zielverlustiging, op veelerhande rymtrant en toonen Vorige Volgende [pagina 215] [p. 215] Sterfbereiding. Toon: Psalm 118. Of met halve verssen: Reveille vous. 1. Bereid uw' huis: want gy zult sterven. O klonk dat altyd in myn oor! Ons leemen vat raakt haast in scherven, En niemand weet daar middel voor. Al moest myn sterfuur nu dan wezen, Was ik daar toe maar recht bereid, Ik had dien dood dan niet te vreezen, Waar door de ziel van 't lichaam scheid. 2. De knechten, die den Heere wachten, Omgord, met kaarssen in den brand, Doet 's Heeren uitspraak zalig achten. De wyzen maagden, in haar hand Met olylampen, wel ontsteken, Genoten 's Bruidegoms onthaal; Terwyl de dwaaze vruchtloos smeeken Voor zyn gesloten bruidloftszaal. 3. Maar Heer! zal ik my recht bereiden, Bereid gy my door uwen Geest. Dan zal geen dood my van u scheiden. Zyn prikkel word dan niet gevreest. Ik wensch te leven in den Heere, Op dat ik in hem sterven mag. Dat is het hoogst', 't geen ik begeere. Kom dan, ô dood, vry dezen dag. Vorige Volgende