Beginzel van hemelwerk(1720)–Carolus Tuinman– AuteursrechtvrijBestaande in mengelzangen over menigerlei uitgelezene geestelyke en stichtelyke keurstoffen, tot zielverlustiging, op veelerhande rymtrant en toonen Vorige Volgende [pagina 168] [p. 168] Onzekere uitkomst. Toon: O! Holland schoon, enz. 1. Hoe menig gaat het buiten gis, En vind zyn' hoop' bedrogen? De schoonste kans, in waan gewis, Is wel zeer ras ontvlogen. Wat maakt de mensch dan vasten staat Op 't geen zo ligtelyk ontgaat? Ook tusschen neus, en lippen, Kan wel een dronk ontglippen. 2. Al wat nog niet en is geschied, Kan onvoltrokken blyven. Een wolke, die men heden ziet, Kan haast wel overdryven: En ziet m' 'er aan de lucht nu geen, Daar ryst 'er onverwacht wel een. Wat staat is dan te maken Op al des werelds zaaken? 3. O! stelt uw' hart niet al te zeer Op 't geen gy moogt verwachten. Verbeeld u ook een wisselkeer, En houd die in gedachten. Komt dan geluk, of ongeluk, Het matigt blydschap, en ook druk; En 't moet ons vergenoegen, Zo als het God wil voegen. Vorige Volgende