Beginzel van hemelwerk(1720)–Carolus Tuinman– AuteursrechtvrijBestaande in mengelzangen over menigerlei uitgelezene geestelyke en stichtelyke keurstoffen, tot zielverlustiging, op veelerhande rymtrant en toonen Vorige Volgende Beloven. Toon: Als de hooge nood by tyden. 1. Veel beloven, niets te geeven, Doet een gek in vreugde leven, Zegt men, en het is gewis: Wyl de slechte 't al geloven, En hun ooren wel verdooven, Voor die zegt, gelyk het is. 2. O! de duivel doet dit blyken. Hy belooft ook koningryken, Met hun pracht, en heer'lykheid. Maar wat geeft hy? Helleboeyen, Die van Tofeths vlammen gloeyen, Is men van dien strik verleid'. 3. Hoort gy na des werelds streelen: In beloften uit te deelen, Is zy overmaatig ryk: Maar als zy haar woord zal houden, Krygen niets, die haar vertrouwden, Tot hun dwaasheids loon, en blyk. [pagina 160] [p. 160] 4. Wilt gy naar het vleesch eens hooren: O! dat wil u meê bekooren, Door beloften van veel zoet, Om den mensch zo te verbinden. Doch dat doet hem ondervinden, In de plaats maar enkel roet. 5. Zo gy vasten staat wilt maken Op beloften; 't zy op zaaken, Die God zelf heeft toegezegt. Hy geeft meer dan hy beloofde, 't Geen ons niemand ooit ontroofde: En dat geeft tot eischen recht. Vorige Volgende