Beginzel van hemelwerk(1720)–Carolus Tuinman– AuteursrechtvrijBestaande in mengelzangen over menigerlei uitgelezene geestelyke en stichtelyke keurstoffen, tot zielverlustiging, op veelerhande rymtrant en toonen Vorige Volgende 's Duivels vriendschap. Toon: Verlaat gy dus uw' eigen ziel. 1. Hy, die den duivel heeft te vriend, Kon ligt'lyk in de helle komen. Maar dat 's een vriendschap, die niet dient Aan al, die voor den afgrond schroomen. O! buigt u voor zyn throon niet neêr, En steekt geen kaars aan tot zyn' eer'. 2. Wat wacht gy doch van Belial? O! hy belooft wel groote dingen: Maar d'arme droes heeft niet met al, En nog verlokt hy wereldlingen. Al wat van zyn beloften quam, Is anders niet dan Tofeths vlam. [pagina 159] [p. 159] 3. Toont, dat gy zyt van 't Vrouwenzaad, Die d'oude Slange steeds bestryden. Al bied hy vrede; 't is verraad. Gy moet verzoening met haar myden: Want God heeft vyandschap gezet, En Jezus heeft haar' kop verplet. Vorige Volgende