Beginzel van hemelwerk(1720)–Carolus Tuinman– AuteursrechtvrijBestaande in mengelzangen over menigerlei uitgelezene geestelyke en stichtelyke keurstoffen, tot zielverlustiging, op veelerhande rymtrant en toonen Vorige Volgende Koopen. Toon: Febus is lang over zee. 1. Alle waar is na haar geld; Of 't en is geen koop, maar woeker; Waarom word het dan getelt Van een zielvernoeging zoeker, Voor dat niet verzaaden kan? Waarom weegt en geeft men 't dan? Daar komt geen voordeel van. 2. D' allergrootste woekeraar Is de duivel, met de wereld, Die bedriegelyke waar Loos vernist, en valsch beperelt. Dus ten schoonsten voorgedaan, Lokt zy dwaaze koopers aan: [pagina 161] [p. 161] Maar komt hen dier te staan. 3. Wilt gy wyze koopliên zyn, Koopt dat waar is, en bestendig In der daad, niet slechts in schyn. 't Is de zielen schat inwendig, En waar toe ons Jezus ried, Dien hy ook aan yder bied, En zonder prys, om niet. Vorige Volgende