Beginzel van hemelwerk
(1720)–Carolus Tuinman– AuteursrechtvrijBestaande in mengelzangen over menigerlei uitgelezene geestelyke en stichtelyke keurstoffen, tot zielverlustiging, op veelerhande rymtrant en toonen
[pagina 157]
| |
'k Zie, dat uw' hand een weegschaal draagt:
In d'and're word een zwaard gevonden.
2.
Dat gy myn oog bewonden ziet,
Is, wyl het blind is voor geschenken:
En 't let ook op perzoonen niet,
Om 't recht uit gunst, of haat te krenken.
3.
De weegschaal, die ik even hou,
Is om de zaaken recht te wikken,
Op dat niets onbehoorlyks zou
Den evenaar des rechts verwrikken.
4.
't Zwaard, dat men in myn hand my gaf,
Is, om dat ik dat moet besteden
Tot goeden schut, tot boozen straf:
't Behoud' van Landen, en van Steden.
5.
Gerechtigheid, gy schoone Maagd,
Is 't, als gy gingt uw beeld verklaaren:
Hier word vergeefs naar u gevraagt,
Gy zyt ten hemel opgevaren.
|
|