Beginzel van hemelwerk(1720)–Carolus Tuinman– AuteursrechtvrijBestaande in mengelzangen over menigerlei uitgelezene geestelyke en stichtelyke keurstoffen, tot zielverlustiging, op veelerhande rymtrant en toonen Vorige Volgende Vryheid. Toon: Psalm 42. 1. 'T ongebonden werelds leven. Is de grootste dienstbaarheid: Wyl een zulke word gedreven, Waar hem zyn begeerte leid. Dwaas! wat zegt gy, Ik ben vry, In de zwaarste slaverny? Duivel, wereld, vleesch, en zonden Houden u wel vast gebonden. 2. Voelt gy niet des Satans boeyen? Neen: gy slaapt in zynen strik, En dan moet gy u vermoeyen: Ja! gy rust geen oogenblik, Als die dwingeland u dryft, [pagina 65] [p. 65] Wiens gevangen gy dus blyft. En wat zal uw' loon doch wezen? Slechts de hellevlam na dezen. 3. Waare vryheid zal genieten 's Heeren dienstknecht, kind, en vriend, Nimmer zal het werk verdrieten, 't Geen dien Heer vrywillig dient. Heeft de Zoon ons vry gemaakt, 's Duivels kluisters zyn geslaakt, En de Geest der waare vryheid, Paart de vryheid ook met blyheid. 4. Laat ik, Heer! van and're Heeren, Die ooit heerschten over my, Tot uw' dienst alleen my keeren. 'k Ben in uwen dienst dan vry. Laat steeds my uw vryheid wet Zyn ten regel voorgezet, Zo dat ik in all' myn' handel, Als een vrygekochte wandel. Vorige Volgende