Beginzel van hemelwerk(1720)–Carolus Tuinman– AuteursrechtvrijBestaande in mengelzangen over menigerlei uitgelezene geestelyke en stichtelyke keurstoffen, tot zielverlustiging, op veelerhande rymtrant en toonen Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] Zieldorst. Toon: O Paris wreed. 1. Myn ziel verlangt, O God! naar uw genieten, Die 't Al in allen zyt. Wat zy ontfangt, 't Moet alles haar verdrieten, Is zy u daar in quyt. Maar gy alleen Kont haaren wensch verzaaden: Want gy zyt dat eenig een, Goed, en zonder quaden. 2. ô Niets en baat, Wat zonder u mag wezen, Hoe goed en schoon het schynt: Wyl 't ons verlaet, Ook als wy dat niet vreezen, En zeker ras verdwynt. Geen zielendorst Kan daar door zyn verdreven. Gy kont uit een volle borst 't Algenoegzaam geven. 3. Ja! gy, ô Heer! Kont al, wat wy ontbeeren, Vervullen uit uw' schat. Gy schenkt veel meer, Dan iemand kan begeeren, Of ooit begreepen had. O Zon en Schild! [pagina 14] [p. 14] O Bron van heil en leven! Wat is uwe Volheid mild! Wil 'er my uit geven! Vorige Volgende