Verraad op de Balkan
(1996)–Bart Tromp– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 183]
| |
dan bevestigd bij een bliksembezoek aan het hoofdkwartier van de VN in New York. Staatkundig gezien behoort dit noch tot New York, noch tot het grondgebied van de Verenigde Staten. Het is eigenlijk een soort Vaticaanstad (zonder Zwitserse Garde) op Manhattan. Het minste wat men van de VN kan zeggen, is dat deze organisatie het langer heeft volgehouden dan zijn voorganger, de Volkenbond. De Volkenbond werd in 1920 in het leven geroepen om na de Eerste Wereldoorlog een nieuwe wereldorde te garanderen waarin geschillen tussen staten onveranderlijk langs vreedzame weg zouden worden opgelost. Maar al na vijftien jaar hoorde de bond de doodsklok luiden, toen hij in 1935 onmachtig bleek op te treden tegen de Italiaanse veroveringsoorlog, die als doel had Abessinië (nu Ethiopië) onderdeel van Mussolini's gedroomde keizerrijk te maken. Abessinië was toentertijd lid van de Volkenbond, net als Italië. De aanval van de laatste op de eerste is vergelijkbaar met die van Irak op Koeweit in 1990. De verovering van Koeweit is uiteindelijk ongedaan gemaakt door een grote coalitie, die op gezag van de Verenigde Naties en onder leiding van de Verenigde Staten optrad. Zo ging het niet met Abessinië. Daar kwam de Volkenbond niet verder dan boze resoluties en sancties tegen de agressor. Zelfs als die met kracht waren uitgevoerd, hadden ze waarschijnlijk ook geen resultaat gehad. Irak is immers in eerste instantie eveneens gestraft met economische sancties, die volgens liefhebbers van de vrede eerst een kans moesten krijgen, vóór er naar de wapens mocht worden gegrepen. Dat die sancties - anders dan militaire operaties - allereerst de burgerbevolking treffen, vonden zij kennelijk van minder belang. Vijf jaar na het einde van de VN-oorlog tegen Irak hebben die sancties nog steeds niet tot inbinden van Saddam Hoessein geleid en sterven er als gevolg van hun toepassing dagelijks kinderen bij de vleet in Irak. Dit als terzijde. Waar het om gaat, is dat de Volkenbond zichzelf tot ondergang veroordeelde door feitelijk te berusten in de Italiaanse verovering van Abessinië. Officieel werd de Volkenbond pas in 1946 opgeheven, maar ver daarvoor was hij als politieke factor al onbeduidend geworden. Zover is het met de Verenigde Naties nog lang niet. Maar in de gevarenzone verkeren ze op hun vijftigste verjaardag wel, | |
[pagina 184]
| |
overigens om heel uiteenlopende redenen. Allereerst is de naam fout. De Verenigde Naties zijn geen vereniging van ‘volkeren’ of ‘naties’, maar een forum van staten. De meeste van die staten hebben geen democratische regering. Dat alleen al maakt het enigszins absurd dat in de Algemene Vergadering elke staat één stem heeft. De regels van de democratie die hier wél, maar in de meeste lidstaten niet gerespecteerd worden, leiden er zo toe dat de niet-democratische staten er over een democratische meerderheid beschikken. Ook in ander opzicht is de regel ‘één staat - één stem’ absurd. Zo telt de Volksrepubliek China met veel meer dan een miljard bewoners net zo zwaar als het Caribische Dominica dat iets meer dan zeventigduizend inwoners telt. Dit tekort is in theorie verholpen door aan de Algemene Vergadering vooral vrijblijvende bevoegdheden toe te kennen, maar de werkelijke beslissingen over te laten aan de Veiligheidsraad. Daarin hebben de staten die worden geacht er echt toe te doen een permanente zetel. Dit zijn ‘de Grote Vijf’ zoals ze bij de oprichting van de Verenigde Naties in 1945 genoemd werden. Maar in 1995 tellen van die vijf drie niet meer (Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland), en één (China), nog niet mee, terwijl de Verenigde Staten te vaak niet mee willen tellen. In de tweede plaats is het apparaat van de Verenigde Naties een onoverzichtelijke, in veel opzichten slecht functionerende organisatie. De pas benoemde onder-secretaris-generaal voor intern toezicht (een nieuwe functie), Karl Paschke, stelt bij voorbeeld verbijsterd vast dat de VN niet over een institutioneel geheugen beschikt, eenvoudig omdat er geen centraal archief wordt bijgehouden. Een grondige hervorming van de VN-organisatie is noodzakelijk, dat weten ze daar ook wel. Maar er zijn teveel gevestigde belangen om te verwachten dat het daar van komt. Ten derde klampen de Verenigde Naties zich vast aan de verkeerde successen, in plaats van zich druk te maken over veel belangrijker mislukkingen. De Volkenbond faalde ook lang niet altijd. Zijn mooiste uur sloeg in 1925, toen hij de Griekse invasie van Bulgarije ongedaan wist te maken. Dat lukte echter alleen maar omdat de grote mogendheden in deze kwestie het met elkaar eens waren en Griekenland op geen ervan kon steunen. | |
[pagina 185]
| |
In de Joegoslavische kwestie van nu hebben de Verenigde Naties zichzelf tot onmacht veroordeeld door een Servische aanvalsoorlog, die neerkomt op een goed georganiseerde vorm van genocide, te definiëren als een humanitair probleem. De gebouwen van de VN aan de New Yorkse Eastside zijn opgetrokken op het terrein waar vroeger staatsslachthuizen stonden. De onaangedaanheid (‘neutraliteit’) waarmee de Verenigde Naties de moordpartijen in Bosnië beschouwen - tot stille razernij van sommige van hun beste ambtenaren - geeft deze historische bijkomstigheid een sinistere politieke lading.
8 november 1995 |
|