buiten het Kroatische, respectievelijk Servische kanton. Dat compromis werd niet aanvaard, maar dit eerste vredesplan stimuleerde wel op rampzalige wijze de politiek van ‘etnische zuiveringen’.
In augustus 1992 was het allang van tafel. Nu kregen Lord Owen en Cyrus Vance de opdracht iets nieuws te bedenken. De eerste versie van dit vredesplan werd in januari 1993 aan de strijdende partijen voorgelegd. In de media heette het dat het neer kwam op acceptatie en legitimering van de etnische zuiveringen. In Nederland gebeurde dat door columnisten en commentatoren op een moment dat zij dat plan niet eens konden hebben gelezen. Het plan was echter juist gericht op het ongedaan maken van de ‘etnische zuiveringen’ en op het garanderen van de integriteit van de Bosnische staat.
Het plan werd door alle partijen aanvaard, inclusief Karadžić en Milošević. Maar het zogenaamde parlement van de Bosnische Serviërs wees het af. Daarbij legden de instemmers zich zonder enig misbaar neer.
Vance haakte af en werd opgevolgd door Stoltenberg. Owen ploegde met hem voort, nu in slijm. Het nieuwe plan behelsde de ontbinding van Bosnië-Hercegovina in een confederatie van drie nagenoeg onafhankelijke republieken op etnische grondslag. De confederale regering zou alleen nog competent zijn inzake buitenlandse politiek en internationale handel. Op termijn zouden de deelrepublieken zich aan kunnen sluiten bij een andere staat, mits de anderen daarmee instemden.
In feite kwam dit voorstel neer op de liquidatie van Bosnië-Hercegovina, want het onvermijdelijke resultaat was dat de Kroatische en Servische expansie na een beleefdheidstermijn zou worden gehonoreerd en dan een minieme, economisch noch politiek levensvatbare Bosnische staat zou overblijven. Uiteindelijk verzandden de beraadslagingen hierover in een niets. Enkele maanden later kwam de inmiddels gevormde Contactgroep met een vierde vredesvoorstel, dat na vele mitsen en maren zijn definitieve vorm kreeg en toen met de waarschuwing ‘slikken of stikken’ werd voorgelegd aan de strijdende partijen. Allen accepteerden, op de Bosnische Serviërs na die het in augustus 1994 definitief verwierpen. De Contactgroep deed vervolgens niets. De oorlog ging voort.