aan het Royal United Services Institute’, voor zijn stelling dat het NAVO-optreden ‘een stap terug in het vredesproces is’?
Ik heb bij hem, niet zonder moeite, drie argumenten aangetroffen. Het eerste is militair-technisch. Volgens Eyal wordt Sarajevo vooral gebombardeerd door mortieren. Die zijn zo licht dat ‘bijna elke man of vrouw op de Balkan ze op de rug kan dragen’. Luchtaanvallen hebben daar natuurlijk geen vat op. Al die honderden kanonnen (guns), houwitsers en tanks doen er dus niet toe! Die zijn geen probleem! In mijn verbeelding zie ik Jonathan Eyal op een modderpaadje over de berg Igman strompelen, met een 120 mm-mortier op zijn rug. Zijn vrouw draagt een rugzak granaten. Ze steken hun middelvinger op naar overvliegende F16s.
Het tweede argument is dat de mortieraanval op de markt van Sarajevo, die de aanleiding werd tot de aanvallen van de NAVO, ‘objectief’ voor rekening van de Bosnische regering komt. Die had er namelijk het meeste belang bij. Enig feitelijk bewijs voert Eyal niet aan. In de afgelopen drie en een half jaar zijn er honderdduizenden projectielen door de Serviërs afgevuurd op Sarajevo. Van sommige daarvan is beweerd dat ze ‘eigenlijk’ door de Bosniërs op zichzelf zijn afgeschoten. In al die jaren is dat niet in ook maar één geval bewezen.
Het derde argument is dat de aanvallen van de NAVO misschien de Serviërs naar de onderhandelingstafel dwingen, maar de toeschikkelijkheid van ‘de moslims’ (de Bosnische regering) tegelijkertijd zullen doen afnemen. Volgens Eyal is vrede pas mogelijk als beide partijen inzien dat met voortgaan van de strijd geen voordeel is te behalen. Dit klinkt heel diepzinnig, tot men het toepast op, bij voorbeeld, de Tweede Wereldoorlog.
Er is trouwens nog een vierde argument, zij het alleen in het artikel in The Times. Het NAVO-offensief dringt de Serviërs zó in het nauw, dat de ‘etnische minderheden’ in het eigenlijke Servië, met name de Albanezen in Kosovo, erdoor aangemoedigd zullen worden om tegen hun onderdrukkers in opstand te komen. Jonathan Eyal vindt dat een gruwelijke gedachte, geheel in overeenstemming met de redactionele opvattingen van The Times. Deze regeringsgetrouwe krant schreef al in november 1992 dat de vrede in voormalig Joegoslavië boven alles moest gaan, ook al zou het ‘de vrede van het kerkhof’ zijn.
6 september 1995