Na het plan Vance-Owen (januari 1993) en het plan Owen-Stoltenberg (augustus 1993) was dit de derde vredesregeling die de internationale gemeenschap aan de strijdende partijen voorlegde. Deze was nadeliger voor de Bosnische staat dan de beide voorgaande, maar werd door de Bosnische regering en de Kroaten aanvaard.
De Contactgroep benadrukte dat het plan niet voor verdere onderhandelingen vatbaar was. Wie het niet slikte zou op vergaande onaangenaamheden worden getrakteerd. Weigering van de Bosnische Serviërs zou, zo maakte de Contactgroep duidelijk, tot gevolg hebben dat het eenzijdige wapenembargo tegen de Bosnische staat zou worden opgeheven, dat UNPROFOR zou vertrekken en dat de sancties tegen Servië zouden worden verscherpt. De Bosnische Serviërs reageerden met hun gebruikelijke tactiek, een combinatie van chicanes, vertraging en ontwijken. Pas in augustus zeiden ze definitief luid en duidelijk nee.
Daarmee kwam er een feitelijk eind aan de toen al bijna drie jaar durende pogingen van achtereenvolgens de Europese Unie, de Verenigde Naties en de Contactgroep om een diplomatieke oplossing tot stand te brengen; een diplomatieke oplossing die uitdrukkelijk werd gepresenteerd als alternatief voor een militaire regeling.
Het ultimatum van de Contactgroep bleek net zo loos als de voorgaande van de Europese Unie en de Verenigde Naties. Het wapenembargo werd niet opgeheven, UNPROFOR vertrok niet, en de sancties tegen Servië werden verzacht.
Zelfs voor de grootste optimist was het vanaf dat moment duidelijk dat er helemaal geen ‘vredesproces’ meer bestond, als het al ooit had bestaan. De inspanningen van de diplomatie waren helemaal niet een alternatief voor oorlogvoering geweest. Integendeel: zij hielden de motor daarvan juist draaiende. En dat doen zij tot op de dag van vandaag.
Hun voornaamste, zoniet enige doel, was en is een militaire interventie van buitenaf te voorkomen. Zo'n interventie is niet nodig, zo luidt het refrein dat ‘realistische’ politici en commentatoren nu al jarenlang aanheffen, omdat de oorlog in voormalig Joegoslavië niet echt telt voor Europa en voor de wereld. Er staan geen ‘vitale belangen’ op het spel. Het is maar een plaatselijk conflict.