Verraad op de Balkan
(1996)–Bart Tromp– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 145]
| |
weer onderhandelingen op gang moeten komen. Maar het enige wat gebeurde, is dat de Bosnische Serviërs geweigerd hebben om op basis van het plan van de Contactgroep met deze aan tafel te gaan zitten. Daar was niets verwonderlijks aan: nadat Jimmy Carter Karadžić en de zijnen uit hun politieke isolement had verlost, deden zij precies datgene waardoor zij in dat isolement waren beland. Wie had anders verwacht? De Contactgroep presenteerde zijn Bosnische delingsplan in juli vorig jaar met de waarschuwing dat dit een eindbod was waarover niet meer kon worden onderhandeld. Sindsdien hebben de Bosnische Serviërs keer op keer geweigerd het te accepteren. Van de strafmaatregelen die hen daarvoor in het vooruitzicht waren gesteld is geen sprake geweest. Integendeel, de Contactgroep ging door de Bosnische regering - die het plan heeft geaccepteerd - verder te straffen door deze het recht te ontzeggen zichzelf te verdedigen. De Bosnische Serviërs werd op den duur te verstaan gegeven dat er toch nog best over het definitieve plan viel te praten, als zij in godsnaam eerst maar aan tafel aanschoven. Maar volgens een zelfs aan kleuterdiplomaten twee jaar geleden al duidelijk geworden patroon antwoordden Karadžić en Mladić op deze concessie met het verhogen van hun eisen. Zij willen pas praten als het plan van tafel is. De tijd dringt. Het bestand heeft meer te maken met de winterse omstandigheden in Bosnië dan met de handtekeningen onder het protocol van Jimmy Carter. De ‘safe area’ Bihac wordt ondanks het bestand uitgehongerd en is al weken het toneel van felle gevechten. Over zes weken verloopt het mandaat van de VN-troepen in Kroatië. Alles wijst erop dat Kroatië daarop zal proberen gewapenderhand tenminste een deel van het door Serviërs bezette territorium van Kroatië te veroveren. Dit zou de oorlog verergeren, maar de Kroatische beslissing is niet onbegrijpelijk. Achter het schild van UNPROFOR hebben de Serviërs in Kroatië een eigen, etnisch gezuiverde staat ingericht. De onwil of het onvermogen van de Verenigde Naties om naleving van de bestandsvoorwaarden af te dwingen heeft geen vrede gebracht, maar slechts uitstel van oorlog. Na de kluchtaanval van de NAVO op de luchtmachtbasis Udbina van de Kroatische Serviërs en de daarop gevolgde represailles van de Serviërs is er een eind gekomen aan het handhaven van het | |
[pagina 146]
| |
vliegverbod boven Bosnië. Het wordt geschonden bij het leven, maar pogingen om ertegen op te treden blijven achterwege. De Bosnische Serviërs hebben een luchtverdedigingssysteem kunnen installeren, dat eerst moet worden uitgeschakeld alvorens korte metten kan worden gemaakt met schendingen van het vliegverbod. Maar dat willen de VN-commandanten ter plaatse niet, want dat zou hun troepen aan verdere represailles blootstellen. Vanuit de lucht kan nog wel worden vastgesteld dat alle partijen zich - het wapenembargo ten spijt - fiks aan het bewapenen zijn voor de voorjaarsoorlog. Een ‘laatste kans op vrede’ werd vorige week door Parijs bedacht. Als Slobodan Milošević nu maar Bosnië en Kroatië zou erkennen, dan zouden de Verenigde Naties op proef de sancties tegen Klein-Joegoslavië opheffen. Andermaal werd de aanstichter van de oorlog in voormalig Joegoslavië aangeroepen als vredesvorst: met die erkenning zou Milošević de grond weggraven onder het separatisme van de Kroatische en Bosnische Serviërs en zou hij zelf officieel zijn aspiraties op een Groot-Servië afzweren. Dit diplomatieke wanhoopsoffensief is gebaseerd op twee dwaze vooronderstellingen. De eerste is dat een door Milošević getekende belofte door hem ook zal worden nagekomen. Dit is een gedachte die na alles wat er in de afgelopen drie jaar is gebeurd moet worden beschouwd als de overwinning van goedgelovigheid op gezond verstand. De tweede vooronderstelling is dat Milošević niets te maken heeft met de oorlogsinspanningen van de Kroatische en Bosnische Serviërs en druk op hen kan uitoefenen om hen tot inbinden te dwingen. Daarvoor is geen enkel bewijs. De zogenaamde blokkade van Belgrado tegen de Bosnische Serviërs stelt niet veel voor en Milošević laat geen effectieve internationale controle langs de grens toe. In de afgelopen maanden zijn er talloze bewijzen geleverd voor de rechtstreekse steun en deelname van de Klein-Joegoslavische krijgsmacht aan de oorlog in Bosnië, variërend van de inzet van speciale eenheden bij Bihac tot grootscheepse luchtsteun. Niemand betwist meer dat generaal Ratko Mladić, de bevelhebber van de Bosnische Serviërs, in feite zowel de Bosnisch Servische troepen commandeert als die van de Kroatische Serviërs. Het is een nieuwe aanwijzing dat hij nog steeds deel uitmaakt van het (Klein-)Joegoslavische leger en dat er geen sprake van is dat hij onafhankelijk van Milošević opereert. | |
[pagina 147]
| |
Al even voorspelbaar als de weigering van Karadžić om te onderhandelen is Milošević' snelle afwijzing van deze ‘laatste kans op vrede’. Het initiatief van Parijs heeft de zoveelste diplomatieke dooie mus inzake ex-Joegoslavië opgeleverd.
22 februari 1995 |
|