het niet meer vatbaar. De ‘strijdende partijen’ moesten slikken of stikken.
De Bosnische regering beloofde het plan te aanvaarden, en de Bosnische Serviërs deden dat, na hun gebruikelijke gechicaneer, niet. Wat deed de Contactgroep vervolgens? Niets. De enige die wat deed was de dictator te Belgrado, Slobodan Milošević. Hij sloot de grenzen voor zijn Bosnische trawanten. Milošević werd zo plotseling een gevierd man bij de Contactgroep. Tot dan had hij altijd volgehouden dat hij de Bosnische Serviërs helemaal niet hielp en dat zij op eigen houtje vochten. Nu werd eensklaps duidelijk dat Milošević steeds aan de echte touwtjes had getrokken en dat nog steeds doet. Van de officieren van het Bosnisch Servische leger staat wel vast dat zij gewoon in dienst van het voormalige Joegoslavische leger zijn gebleven en nog altijd soldij uit Belgrado ontvangen.
In welke richting ziet de Contactgroep nu het ‘vredesproces’ verlopen? Niet door op te treden tegen degenen die de regeling niet aanvaarden. Nee, in deze kring wordt nu gesproken over aanpassing van het vredesplan, om het meer aanvaardbaar voor de Bosnische Serviërs te maken.
Interventie met grondtroepen werd indertijd onder meer afgewezen omdat men dan aan een uitzichtloos avontuur zou beginnen: tienduizenden manschappen zouden jarenlang in een ongewisse en gevaarlijke situatie verkeren. Geen interventie dus: vandaar dat tienduizenden UNPROFOR soldaten, permanent bedreigd door de strijdende partijen, een derde oorlogswinter ingaan zonder enig uitzicht op een oplossing.
Vanaf het begin is niet duidelijk gesteld wat nu aard en karakter van het conflict in voormalig Joegoslavië is. Aan de ene kant is het gedefinieerd als agressie van wat nu Klein Joegoslavië heet. Dat is de basis voor de strafmaatregelen die de Verenigde Naties tegen Klein Joegoslavië namen. Maar tegelijkertijd hebben VN het conflict gedefinieerd als een burgeroorlog, waarbij het de taak van de VN werd de strijdende partijen uit elkaar te houden en te zorgen dat de bevolking geen honger leed.
Die twee definities spreken elkaar tegen en dat verklaart de permanente verwarring en onenigheid onder de vredestichters, die de oorlog ondertussen rustig laten voortwoeden.
16 november 1994