Verraad op de Balkan
(1996)–Bart Tromp– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 131]
| |
oorlog: het minste wat de verslaggever kan doen is de positie van de spelers in kaart brengen, ook al is het spel nog lang niet gespeeld. De grote winnaar van deze ronde is Slobodan Milošević, de Klein-Joegoslavische dictator die zo graag een Groot-Servische tiran wil worden. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties verzachtte het embargo tegen Klein-Joegoslavië, omdat dit een embargo zou handhaven tegen de Republika Srpska, het door de Bosnische Serviërs bezette deel van Bosnië-Hercegovina. Of dat embargo echt bestaat, is niet bekend, behalve bij westerse inlichtingendiensten. (Waarover later meer.) De waarnemers van de VN die net zijn aangekomen om het te controleren, hadden nog geen rapport aan de Veiligheidsraad uitgebracht toen deze de sancties verzachtte. Er is één waarnemer beschikbaar voor meer dan tien kilometer grens en als hij al bij toeval op een volle vrachtauto op weg naar de Republika Srpska stuit, mag hij de inhoud niet controleren. Buiten beschouwing blijft dat de grens tussen de Republika Srpska en het door Serviërs beheerste deel van Kroatië helemaal open is. Daar bestaat zelfs niet de schijn van internationale controle. Kleinere winnaars deze week waren Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland. Hun bluf werkte: door te dreigen met terugtrekking van UNPROFOR uit Bosnië-Hercegovina als het wapenembargo tegen voormalig Joegoslavië zou worden opgeheven, kregen zij hun zin. Voor de Verenigde Staten is opheffing van het wapenembargo het middel om iets moois voor de slachtoffers van de Servische agressie te doen zonder dat dit hunzelf iets kost. De Bosnische regering drong er altijd op aan - maar in de verwachting dat UNPROFOR zou blijven en zo de omsingelde steden en enclaves zou beschermen. Als het embargo op 15 oktober zou worden opgeheven is dit met dien verstande dat het feitelijk pas een half jaar later gebeurt. Wie dit raar vindt, is alweer vergeten dat het veel langer heeft geduurd voor het afgekondigde vliegverbod boven Bosnië-Hercegovina ook daadwerkelijk werd gecontroleerd. Dit vliegverbod is volgens UNPROFOR twee weken geleden overtreden door honderden nachtelijke vluchten met helikopters van Klein-Joegoslavië naar het door Serviërs bezette deel van | |
[pagina 132]
| |
Bosnië-Hercegovina. De NAVO, die op naleving van het vliegverbod toeziet, meldde daarop van niets te weten. Het is een raadselachtige episode, juist omdat UNPROFOR systematisch wangedrag van de Serviërs en de Bosnische Serviërs goedpraat en ontkent, terwijl de NAVO zich gefrustreerd voelt omdat de Verenigde Naties steeds maar weer grove Servische inbreuken op afspraken tolereert in plaats van afstraffing door vliegtuigen onder commando van de NAVO te vragen. Dit brengt ons op de verliezers in deze ronde. De voornaamste van hen is de Britse commandant van UNPROFOR in Bosnië-Hercegovina, generaal Michael Rose. Bij zijn aantreden in januari bewerkstelligde hij een nieuwe, optimistische sfeer. Flauwekul zou niet langer worden getolereerd en na het bestand over Sarajevo liet hij de muziekkapel van de Coldstream Guards naar het voetbalstadion van Sarajevo overvliegen om de zo lang geterroriseerde bevolking duidelijk te maken dat het beleg voorbij was. Inmiddels zijn de beremutsen allang weer vertrokken, is Sarajevo de langst belegerde stad van de twintigste (en volgens mij ook van de negentiende) eeuw en wordt openlijk, in dezelfde Britse pers die hem toen als held vierde, gespeculeerd over zijn voortijdig vertrek. Maar nagenoeg alle UNPROFOR-commandanten zijn voortijdig en vaak tegen hun zin vertrokken. Daaruit kan men opmaken dat het probleem niet bij hen ligt, maar in de onmogelijkheid om met een uitzichtloos mandaat slachtoffers van agressie en de aanstichters ervan over één kam te scheren. Daarmee komen wij bij de terugkeer aan de pokertafel van generaal Ratko Mladić, de commandant van de Bosnisch-Servische troepen (en voorzover ik weet nog steeds generaal in het Klein-Joegoslavische leger.) Sinds de ‘breuk’ tussen de Bosnische Serviërs en die in Belgrado was er niets meer van hem vernomen. Eerder dan zich achter zijn formele baas, de dichter-psychiater Radovan Karadžić, te stellen, zou hij, al dan niet in samenspraak met zijn echte chef, Milošević, de kat uit de boom kijken. Dat is nu voorbij: op hoge toon heeft hij van UNPROFOR geëist dat deze binnen twee weken ‘bewijst’ neutraal te staan tussen de Bosnische Serviërs en de officiële regering van Bosnië-Hercegovina. UNPROFOR moet alle provocaties en bestandsschendingen van Mladić tolereren en niet één keer in de twee | |
[pagina 133]
| |
maanden de raderen van één van zijn onbemande tanks stuk schieten. Met dit bod heeft Mladić zich meteen weer aan het hoofd van de tafel genesteld. Maar ja, het is ook wel gemakkelijk met poker te winnen, als de anderen doen alsof er patience wordt gespeeld.
28 september 1994 |
|