tegen voormalig Joegoslavië op te heffen. Weigert de Veiligheidsraad dat, dan zal de VS het embargo een maand later op eigen houtje opheffen. Althans, dat wil de meerderheid in het Congres.
Volkenrechtelijk is het embargo ontoelaatbaar, want het ontzegt een lidstaat van de VN het in het Handvest neergelegde recht zich tegen agressie teweer te stellen. Niet voor niets dringt de regering van Bosnië-Hercegovina daarom al sinds jaar en dag aan op de opheffing van het embargo, dat eigenlijk alleen haar treft. Klein-Joegoslavië en de Bosnische Serviërs beschikken immers in ruime mate over wapentuig en fabrieken om dit te produceren.
Ook de Bosnische regering bluft. De opheffing van het embargo is alleen in het voordeel van Bosnië-Hercegovina als UNPROFOR aanwezig blijft om een zekere mate van bescherming te bieden aan de door de Bosnische Serviërs omsingelde steden. Voordat het Bosnische leger kan beschikken over zware wapens als tanks, vliegtuigen en geschut en voordat het geoefend is in het gebruik daarvan, zullen vele maanden zijn verstreken. In die tijd kunnen de Bosnische Serviërs de enclaves straffeloos bombarderen en de bewoners volgens een al bekend recept uitmoorden en verdrijven. Opheffing van het embargo, zeker als dat eenzijdig wordt gedaan, lost niets op en leidt tot de ernstigste crisis in de Atlantische wereld sinds deze bestaat - als de VS enerzijds en Frankrijk en Groot-Brittannië anderzijds hun blufpoker volhouden.
Maar wat lost wel wat op? Het is alweer maanden geleden dat de Contactgroep zijn Bosnische vredesregeling aan de strijdende partijen voorlegde, met als boodschap: slikken of stikken. Dat laatste zou, zo werd duidelijk gemaakt, voor de Bosnische regering inhouden dat de sancties tegen Klein-Joegoslavië zouden worden opgeheven. Weigerden de Serviërs echter te slikken, dan kwam er een eind aan het wapenembargo. Van een evacuatie van UNPROFOR werd toen in het uitmeten van straf en beloning niet gerept.
Zoals bekend accepteerde de Bosnische regering het plan schoorvoetend, maar wezen de Bosnische Serviërs het af, ondanks aandrang van hun bovenbaas Milošević. Sindsdien heeft de Contactgroep zich alleen nog maar gebogen over de vraag of Milošević niet beloond moet worden omdat hij een embargo tegen de Bosnische Serviërs heeft afgekondigd. Na veel vijven en