niets te vertellen en niets te zoeken. Het gebruikt de Joegoslavische kwestie alleen maar om te doen alsof het nog echt een grote mogendheid is. Maar dat is het niet. Rusland kan alleen nog maar dwarsliggen.
De Servische Bosniërs zijn de enigen die het plan niet hebben geaccepteerd. Pas vandaag, twee dagen na het verstrijken van het ultimatum, maken zij hun beslissing bekend. Deze provocatie wordt zonder twijfel geslikt, zodat zij met een gerust hart hun gebruikelijke tactiek van chicaneren en vertragen zullen blijven volgen. Als zij het plan niet afwijzen, zullen ze het onder voorwaarden aanvaarden, ook al heeft de Contactgroep gesteld dat een onvoorwaardelijk ‘ja’ het enige acceptabele antwoord is.
Net als vorig jaar mei, toen het ging om acceptatie van het plan Vance-Owen, doet de Servische machthebber Slobodan Milošević of hem dit zeer verdriet, hoewel hij zorgvuldig heeft vermeden om zijn Bosnische broeders aan te raden met het nieuwe plan in te stemmen. Ik geloof niets van de veronderstelde breuk tussen Milošević en de Bosnische Serviërs. Zeker, de eerste komt het beter uit als de laatsten tekenen. Maar als ze het niet doen, is het hem ook wel. Want dan valt hem, Milošević, niets te verwijten. Vorig jaar, bij een vorig ultimatum, deed Milošević precies hetzelfde. Hij reisde naar Pale om het ‘parlement’ van de Bosnische Serviërs te bewegen met het plan Vance-Owen in te stemmen. Onder de dreiging van militair ingrijpen beloofde hij zelfs VN-waarnemers langs de grens tussen Klein-Joegoslavië en Bosnië-Hercegovina toe te laten. Maar het ‘parlement’ van Pale had het plan nog niet verworpen, of die toezegging verdampte. Zo kan de fictie dat het in Bosnië om een burgeroorlog gaat in stand worden gehouden. Langzamerhand met hartelijke steun van de Verenigde Naties, die nog onlangs bewijzen achterhielden van de rechtstreekse betrokkenheid van het Klein-Joegoslavische leger bij aanvallen op de ‘safe area’ Goražde.
Ondertussen is het even onduidelijk wat er gaat gebeuren wanneer het plan niet wordt aanvaard, als wanneer dat wel gebeurt. In het eerste geval zou het VN-wapenembargo tegen het voormalige Joegoslavië en zijn opvolgerstaten worden opgeheven, wat de gevechtskracht van Bosnië-Hercegovina op termijn moet vergroten. Tegelijk worden de sancties tegen Klein-Joegoslavië verscherpt. Maar daarvan hebben de Serviërs en Montenegrijnen eerder last dan Milošević.