besluiten hielden onder andere in dat verjaagden en verdrevenen in Bosnië-Hercegovina naar hun huizen terug konden keren, kortom: dat de praktijk van ‘etnische zuiveringen’ niet werd geaccepteerd.
Op die basis ontwierpen Owen en Cyrus Vance een plan voor een federaal Bosnië. Dit werd in eerste instantie - vooral door de nieuwe regering van de Verenigde Staten - afgedaan als een voorstel om Bosnië op te delen langs ‘etnische’ scheidslijnen. Dat was niet zo, zoals ik eerder heb betoogd.
Een alternatief voor het plan Vance-Owen had niemand van de critici en in april en mei 1993 werd door het Westen grote druk op Servië en de Bosnische Serviërs uitgeoefend om met dit plan akkoord te gaan - de andere partijen hadden dat al gedaan. De Serviërs gingen overstag onder dreiging van militaire maatregelen Vervolgens preste Milošević de Bosnische Serviërs om dat ook te doen. Deze een-twee-combinatie leverde na veel smoesjes een door iedereen als niet ter zake doend betiteld ‘referendum’ op onder de Bosnische Serviërs. Die zeiden ‘nee’ en toen bleek het niet terzake verklaarde referendum er wel toe te doen.
Het plan Vance-Owen werd begraven, niet door de Bosnische Serviërs, niet door Milošević, maar door de Verenigde Naties, de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap. Als het Europese Parlement iets had willen zeggen, had het dat toen moeten doen. Maar dat deed het niet.
Naar mijn opvatting hadden Vance en Owen toen hun taak neer moeten leggen. Vanaf dat moment opereerden zij immers niet meer op basis van de besluiten van de Conferentie van Londen. Owen heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij zijn rol hierna enkel en alleen zag als die van de neutrale voorzitter die bemiddelt tussen de strijdende partijen, maar de inhoud van de oplossing aan de laatsten overlaat. Dat is, hoe men het ook went of keert, iets heel anders dan zijn oorspronkelijke mandaat. De zogenaamde ‘vredesplannen’ die sindsdien over de tafel gaan, zijn vermeende compromissen tussen de vechtersbazen, geen preciseringen van de besluiten van de Conferentie van Londen. Die compromissen hielden in dat de resultaten van moedwillig geweld, ‘etnische zuiveringen’, moord, doodslag en verkrachting, aanvaard werden als basis voor een territoriale verdeling van Bosnië-Hercegovina, zonder dat deze overigens een stap dichterbij is gekomen.