enkele overeenkomst tussen de betrokkenen en de Verenigde Naties, respectievelijk de Europese Gemeenschap, is uitgevoerd of nagekomen, zo gauw er ook maar één groep was - meestal de Serviërs - die zich ertegen verzette.
Waarschijnlijk weerspiegelt deze opstelling de publieke opinie, zo stelt Pfaff. In de jaren dertig was optreden tegen Hitler en Mussolini geen populaire zaak. Chamberlain en Daladier werden met hun appeasement-politiek als kalme en verstandige staatslieden beschouwd. Pas toen appeasement en collaboratie waren mislukt, keerde men zich tot Churchill en De Gaulle.
Kennelijk zijn democratieën alleen in staat om zich grote opofferingen, ook in mensenlevens, te getroosten als de oorlog al is uitgebroken, als er sprake is van een onmiddellijke, door iedereen onderkende dreiging. Gaat het echter om toekomstige dreigingen - een uitbreiding van het conflict tot een Derde Balkanoorlog, verdere desintegratie en burgeroorlog in Oost-Europa, de mislukking van de Europese integratie - dan zijn democratieën niet bereid de inspanningen op te brengen die het mogelijk maken zulke ontwikkelingen in de kiem te smoren. In dit opzicht zijn de dictators in het voordeel, meent Pfaff. De Saddam Hoesseins van deze wereld, Milošević, Stalin, Hitler, zij zijn wél in staat en bereid om hun bevolking te dwingen tot grote offers voor toekomstig voordeel. De wijze waarop zij dat doen is gruwelijk, maar ook succesvol.
Daartegen wordt wel aangevoerd dat democratieën een moreel hoger karakter hebben, dat het democratisch proces de beste besluiten oplevert en dat er niks beters is. Een schrale troost. Want, stelt Pfaff en daarin is hij een echo van Revel, democratieën zijn niet in staat hun belangen op lange termijn in het oog te houden. Zij willen met rust gelaten worden. Het is goed mogelijk dat democratieën ook op den duur stand houden. Maar het is even goed mogelijk dat zij ten onder gaan, en dat zij tot nu toe alleen maar geluk hebben gehad, zo besluit Pfaff zijn sombere beschouwing. Laten wij hopen dat hij over tien jaar meer ongelijk heeft gehad dan Jean François Revel nu.
14 juli 1993