opmerkelijker was omdat tot dan toe Klein-Joegoslavië uit alle macht ontkende ook maar iets van hulp te verlenen aan dit gezelschap. De roverhoofdmannen van de andere kant van de Drina mogen nu niet meer naar hun luxe suites in Belgrado, en de Klein-Joegoslavische media schreeuwen opeens moord en brand over het opblazen van moskeeën in Banja Luka. Plotseling blijkt de eenheid van de Serviërs een mythe, en is de aloude tegenstelling tussen de ‘precani’ en ‘srbijanci’, dat wil zeggen tussen de Serviërs buiten en binnen het oude koninkrijk Servië, van meer belang dan de veronderstelde Groot-Servische eenheid.
Algemeen wordt aangenomen dat twee factoren Milošević ertoe gebracht hebben het plan Vance-Owen te accepteren: de sancties en vooral de dreiging van de Verenigde Staten om militair in te grijpen. Als dit waar is, is dit een gegeven waar niet lang genoeg over kan worden nagedacht. Twee jaar lang hebben de grote mogendheden, de Europese Gemeenschap en de Verenigde Naties steeds maar weer ongevraagd om het hardst geroepen dat er geen sprake kon zijn van militair ingrijpen in het voormalige Joegoslavië. Twee jaar lang zijn er in de Veiligheidsraad resoluties aangenomen met het oogmerk de voornaamste boosdoener economisch te isoleren en te treffen, zonder dat de daartoe strekkende maatregelen zijn uitgevoerd. Die inspanningen hebben dan ook tot niets geleid. Integendeel: deze politiek is er in feite op neer gekomen dat elke maand opnieuw een internationale vrijbrief werd afgegeven om met het plunderen, roven, verjagen, verkrachten, martelen en moorden door te gaan.
De weigering van het Bosnisch-Servische ‘parlement’ had opgevat moeten worden als het einde van het nu al maandenlang durende getraineer aan de onderhandelingstafel. Maar dat is niet gebeurd. Geschrokken van de eigen flinkheid wist de internationale gemeenschap niet hoe gauw ze moest capituleren voor de volgende vertragingsmanoeuvre: een ‘referendum’ onder de Bosnische Serviërs over het vredesplan. Over het democratisch gehalte van zo'n ‘volksstemming’ in een gebied dat ‘etnisch gezuiverd’ is, kan men zich geen vreugdevolle voorstelling maken.
Daarmee is het politieke initiatief alweer verloren en ligt dat nu in handen van Milošević. Diens voorstel om in plaats van het ‘referendum’ een gezamenlijke zitting van alle Servische parlementen zich uit te laten spreken over het plan-Vance-Owen