waarop zij het monopolie hebben: oorlogvoering. Welnu: toenemende interdependentie maakt oorlogvoering niet onmogelijk, maar wel zinloos. Door oorlog worden de ketens van interdependentie verbroken en dat gaat ten koste van verliezer én winnaar.
Grotere interdependentie leidt tot zwakkere staten en tot minder oorlog. Dat is eigenlijk de centrale stelling van deze theorieën. De wat verfijndere maken overigens nog onderscheid tussen de feitelijke interdependentie van staten, en het besef daarvan bij de politieke elites (‘cognitieve interdependentie’). Als de laatsten niet in de gaten hebben dat hun staat onontwarbaar verknoopt is met andere, kunnen zij immers tot verkeerde politieke besluiten komen en alsnog oorlog gaan voeren.
De interdependentietheorie wordt aangehangen door mensen die er nog nooit van gehoord hebben. Daartoe behoren zonder twijfel de aartsvaders van de Europese ‘eenwording’. Die begon met de oprichting van de Europese Kolen- en Staalgemeenschap. Wanneer Europese staten als Frankrijk en Duitsland, die binnen honderd jaar drie keer oorlog met elkaar hebben gevoerd, aan elkaar zouden worden gesmeed door kolen en staal, zou een vierde oorlog ondenkbaar en onmogelijk worden. Dat was de grote gedachte van Jean Monnet, de grootste van de aartsvaders. Een naargeestig aspect van de desintegratie van Joegoslavië is dat deze het optimisme achter de interdependentietheorie logenstraft. De onderlinge verwevenheid daar van de verschillende gebieden en ‘volken’ was tot 1991 immers groot. In economisch opzicht vormden de deelrepublieken een eenheid waar de Europese Gemeenschap nog niet aan toe is. De verschillende ‘volken’ en religies waren door onderlinge banden sterk met elkaar verbonden en vermengd. Bij de laatste volkstelling, in 1981, identificeerde 5,4 procent van de bevolking zich als ‘Joegoslaven’ in plaats van als lid van een van de vele officieel erkende etnische groepen. Die bestonden (en bestaan) veelal op basis van willekeurige en achteraf bedachte criteria. Een van de ergste roverhoofdmannen onder de Serviërs kwam een tijdje geleden in opspraak, toen uitkwam dat hij eigenlijk van Kroatisch en Moslim-‘bloed’ was. De belangrijkste taal, het Servokroatisch, werd algemeen begrepen en gebruikt.
Maar deze interdependentie heeft de oorlog niet voorkomen. Op zijn beurt heeft de oorlog de juistheid van de theorie in tenminste