Tegen het vergeten. Degenstoten en sabelhouwen
(1997)–Bart Tromp– Auteursrechtelijk beschermdWeense taartjesbakkerIn het naschrift wenst de auteur de identiteit van Wesselius door de lezer te laten vaststellen aan de hand van een overzicht van diens vrienden. Het is een lange lijst. Hij begint met Michel Albert (de geestdriftige beschrijver van het ‘Rijnlandse model’) en loopt via Borges (2x), Homerus, Pynchon, Rorty, C.J.M. Schuyt, Svevo en Rushdie (2x) tot en met Zola. Maar aan deze lijst zo volgeladen, mist men de schrijver van Venus Im Pelz. In plaats daarvan wordt Wanda op bladzijde 147 beschreven als ‘de heldin in een roman van een Weense hotelhouder uit de vorige eeuw. Helaas kon de man beter taarten bakken dan schrijven’, waarna een passage uit die roman wordt geciteerd, die de ik - nu nog Wesselius - uit zijn hoofd kent: de mannelijke hoofdpersoon wordt onder Wanda's ‘koele blik’ en op haar teken door ‘drie lenige jonge vrouwen’ op de grond geworpen en aan handen en voeten gebonden. De ‘Weense taartjesbakker’ is vanzelfsprekend Leopold von Sacher-Masoch, de schrijver van Venus im Pelz, die geen taartjesbakker was en nu juist wel beter kon schrijven dan taartjes bakken. In mijn editie van Venus in bont komt de scène die Wesselius zich zo goed herinnert, niet voor, maar misschien ligt dit aan het feit dat het een vertaling in het Engels is.Ga naar eind65 In de fameuze stripversie van Crepax komen de drie dames wel voor, als Haffedah, Zorah en Sahadia, maar dan zijn ze niet, als bij Wesselius, in rood satijn getooid.Ga naar eind66 Crepax veroorlooft zich overigens de vrijheid de hoofdpersoon van Venus im Pelz te laten eindigen op de sofa van Freud, waar hij zonder daartoe getipt te zijn door de Weense wonderdokter, tot het inzicht komt dat in de negentiende-eeuwse maatschappij een vrouw in haar betrekkingen tot de man alleen tiran of slavin kan zijn, nimmer gezellin. Met dit optimistisch-feministische slotakkoord wordt het probleem van Sacher-Masoch, Wesselius en Fokkema vermaatschappelijkt, en daarmee van zijn schrijnende kanten ontdaan. | |
[pagina 170]
| |
Venus in bont is geen grote literatuur, maar nog minder pornografie, en wellicht is de auteur - veel pleit daarvoor - in zijn persoonlijk leven ‘martelaar voor een dagdroom’ geweest, zoals Alfred Kossmann hem noemde in het enige serieuze essay dat in onze taal aan Sacher-Masoch is gewijd.Ga naar eind67 Zijn beroemdste boek is evenwel in de eerste plaats een - moeizaam, maar oorspronkelijk - filosofisch vertoog over de onmogelijkheid van seksuele gelijkheid tussen man en vrouw; een thema dat wordt geëxploreerd door een hartstochtelijk voorstander daarvan die aan die onmogelijkheid te gronde gaat. En voor zover hij daar al genoegen aan beleeft, is dit een dubbelzinnig genoegen, seksueel zowel als spiritueel. Sacher-Masochs Wanda gebruikt minder touw dan die van Fokkema. Maar niet alleen daarom is de eerste een interessanter schrijver dan de laatste doet voorkomen met zijn humoristische woordspeling. |
|