rie bij dat van Luchtvaart vandaan.
De productie van vliegtuigen voerde hij op zoals hij de oplagen van zijn kranten had opgejaagd. De voornaamste inspanning van een goed bestuurder zou erop gericht zijn geweest een goedlopende en ongestoorde productielijn van vliegtuigen tot stand te brengen en in stand te houden. Beaverbrook deed precies het omgekeerde. Hij joeg iedereen in alle fasen van het productieproces net zolang op, tot er ergens een flessenhals ontstond. Dan werd alle energie van zijn ministerie geconcentreerd op dat punt, tot de storing was opgelost. Vervolgens ging het opdrijven weer op volle kracht verder tot het proces opnieuw vastliep. Enzovoort. (Achteraf lijkt Beaverbrook zo de uitvinder te zijn geweest van wat tegenwoordig in bedrijfskringen bekend staat als ‘Optimized Production Technology/Theory of Constraints’ (opt/toc). Dit is onder andere een planningsmethode voor fabrieken die machines opspoort waarvan de capaciteit kleiner is dan van de rest. Door de ‘knelpuntmachine’ zo goed mogelijk aan het werk te houden en de andere daarop af te stemmen, bereikt men een maximale goederenstroom door de fabriek.)
Overal in het land legden zijn mensen beslag op bruikbare onderdelen. Van de wrakken van neergeschoten jagers liet hij nieuwe vliegtuigen assembleren. De voorraden aan reservemateriaal liet hij plunderen voor productiedoeleinden.
Dat Beaverbrook zijn gevecht met de ‘bloody Air-Marshals’ kon winnen, lag ook aan het feit dat de bureaucratie der bureaucratieën in Groot-Brittannië, het ministerie van Financiën, maar geen greep op hem kon krijgen. (Anders dan in Nederland gaat dit ministerie ook over de rijksambtenarij.) De hogere ambtenaren die hij aantrok, waren voor een groot deel managers en zakenmensen, die voor niets werkten. Van zijn administratieve personeel bleek later dat bijvoorbeeld meer dan de helft van de secretaresses betaald werd door de Daily Express. De pantserwagen waarin hij gedurende de Blitz rondreed, betaalde hij uit eigen zak en ook zelf werkte hij zonder salaris. Aldus kon het ministerie van Financiën vrijwel geen controle op Beaverbrook en zijn ministerie uitoefenen.
Beaverbrook slaagde er met zijn onorthodoxe methoden in om de productie van jagers in de zomer van 1940 te verdubbelen. Hij en sir Hugh Dowding, de bevelhebber van het Fighter Command, wonnen de Slag om Engeland.
Maar lang bleef Beaverbrook geen minister - hij was dat ook niet van plan geweest. Hij had van het produceren van vliegtuigen een dramatische gebeurtenis gemaakt, maar de spanning van het drama viel op de lange duur niet op te brengen. Aanvankelijk waren fa-