achtergrond, naarmate de aandrang der arbeiders naar nieuwe rechten en hervormingen gevaarlijker wordt voor hare heerschappij en het kapitalistische stelsel zelf.
Dit uit zich, zoowel in de vorming van patroonsbonden tegenover de vakorganisatie der arbeiders, als op politiek gebied.
De kapitaalmagnaten aan het hoofd der reusachtige centralisaties van kapitaal, die door hunne beschikking over grondstoffen, vervoerwezen en bedrijfsmiddelen de geheele maatschappij aan zich schatplichtig maken, weten bestuur en wetgeving aan hunne belangen dienstbaar te maken en drijven de regeeringen den weg op van imperialisme en koloniale politiek met de daaraan verbonden voortgaande verzwaring van militaire lasten en toenemende spanning in de internationale verhoudingen.
Tegelijkertijd groeit ook de macht der arbeiders tegen het kapitalisme.
Met de bedrijfsconcentratie gaat gepaard een toenemend overwicht in getalsterkte bij het proletariaat.
Als nieuw element ontwikkelt zich daarin de ‘nieuwe middenstand’, technici en beambten van het grootbedrijf, die wat onzekerheid van bestaan en afhankelijkheid van den kapitalist betreft, met de arbeiders gelijk staan.
Daarnaast moeten worden gevoegd die groepen, wier belang, zooal niet direct tegengesteld aan het kapitalisme, toch niet betrokken is bij de handhaving daarvan.
Het proletariaat verkrijgt in en door den klassenstrijd een ervaring, een wetenschappelijke en politieke ontwikkeling, een maatschappelijke en zedelijke verheffing en een uitbreiding en versterking zijner organisatie, die het niet alleen in staat stellen den tegenstand der heerschende klasse te breken, doch het ook rijp maken voor zijne taak om hare plaats in te nemen.
Het is bij dit streven onoverwinnelijk, omdat het daarbij zijne historische taak vervult, de gansche maatschappij te verlossen van een stelsel, dat ekonomisch verouderd en zedelijk veroordeeld is.
Het proletariaat kan den tegenstand der kapitalistische klasse tegen de overbrenging der bedrijfsmiddelen van partikulier in maatschap-