11
Politiek in Nederland
Mussert de vernieuwer
Zijn moeder zag er niets in: ‘Jongen, er zijn zo veel partijen. Wil je er nog een bij hebben?’ ‘Moeder,’ antwoordde hij, ‘dit is geen partij, dit is een beweging.’ Een naam was in 1931 gauw gevonden. Nationaal-socialistisch, zo doopte ir. Anton Mussert zijn beweging, die na de oprichtingsvergadering op 14 december al meteen zes leden telde. De naam was al een misverstand. Ze was geïnspireerd door de naam van Hitlers nsdap, maar Mussert had toen geen duidelijk idee waar Hitler eigenlijk voor stond. Mein Kampf heeft hij nooit gelezen. Nationaal-socialisme - dat was ook een welkome uitkomst om aan het begrip fascisme te ontkomen. Want daarover lag al sinds jaar en dag Jan met alleman overhoop. Musserts nationaal-socialisme was rechtsconservatief, en als zodanig geheel in strijd met Hitlers revolutionair-plebejische oogmerken. Dat merkte hij pas toen het te laat was. Maar het gezagsgetrouwe, anti-ideologische, burgermansfatsoenlijke dat de kern van zijn programma vormde, dat was ook verantwoordelijk voor het aanvankelijke succes van de nsb. Mussert was vertrouwenwekkend, solide, en slaagde daarom waar al die sinistere of belachelijke rechts-nationale, fascistische of nazistische groepjes en partijtjes faalden.
Toen Anton Mussert, op dat moment 37 jaar oud en hoofdingenieur van Rijkswaterstaat in de provincie Utrecht, de nsb oprichtte, was hij apolitiek, maar geen vreemdeling in de politiek. Van 1925 tot 1927 was hij de bezielende kracht geweest achter het ‘Nationaal Comité van Actie’ dat opponeerde tegen het zogenaamde ‘Belgisch Verdrag’. Dit verdrag voorzag in betere waterwegen tussen Antwerpen en zijn voor- en achterland op kosten van Nederland. De vaderlandslievende waterstaatkundige was erdoor in woede ontstoken. Als actievoerder ontpopte hij zich als een gedreven en kundig organisator, die zijn inspanningen bekroond zag toen op 24 maart 1927 de Eerste Kamer het verdrag verwierp.
Enkele jaren later, bij zijn uiteindelijk uitgevoerde ontwerp voor het Amsterdam-Rijnkanaal, stuitte Mussert opnieuw op ‘de politiek’ als een klonter van kleinsteedse belangenbehartigers, zonder des-