zingen. Gebruik is immers dat degenen die bij die verkiezingen de lijst van kandidaten van een partij aanvoeren daarna ook voor het wethouderschap kandidaat staan. Het is niet nodig dat ze daarvóór ook al lid waren van de gemeenteraad.
Op deze manier heeft de kiezer tenminste nog iets te zeggen over de wethouderskeuze, al was het maar door het uitbrengen van een voorkeurstem. Het voorstel van het kabinet wil daaraan een eind maken. Als het mogelijk wordt gemaakt om wethouders te kiezen die geen lid zijn van de gemeenteraad, dan betekent dit dus dat het gaat om mensen die niet bereid zijn geweest om aan het normale democratische proces deel te nemen. De kiezer wordt zo buitenspel gezet. De politieke democratie wordt ingeklinkt. De gemeenteraad krijgt nog minder te vertellen ten opzichte van het bestuur dan nu al het geval is. Zo gaat het ‘paarse’ kabinet maar door creatief te zijn met staatsrechtelijke kurk.
Een kort bezoek aan Malta heeft mij er echter van overtuigd dat Jakob Kohnstam ten dele gelijk heeft: de staatkundige denkbeelden van D66 en ‘paars’ zijn wellicht dwaas, maar het is wel degelijk mogelijk ze feitelijk in te voeren. Het politieke systeem van Malta is de natte droom van D66, maar de nachtmerrie van een rechtgeaard beoefenaar van de wetenschap der politiek. De laatste leert immers dat een kiesstelsel op basis van evenredige vertegenwoordiging (als het Nederlandse) altijd tot een meerpartijenstelsel leidt met coalitiekabinetten. Zo niet in Malta. Daar gaat het al dertig jaar tussen de Nationalisten en de Socialisten. Het verschil tussen die twee is nooit meer dan enkele duizenden stemmen (op een bevolking van 360.000, en bij een ongelooflijk hoge opkomst). De verkiezingsstrijd die er nu woedt - over tien dagen wordt een nieuwe volksvertegenwoordiging gekozen - is dus buitengewoon fel. Maar er is iets vreemds aan. Ontspannen lunchend op een terras aan zee zien wij op zondag binnen een halfuur niet minder dan vijf gemotoriseerde verkiezingskaravaans voorbij denderen. Het merkwaardige is dat elke stoet een kandidaat van de Nationalistische Partij aanprijst. De verkiezingsstrijd speelt zich niet zozeer af tussen, als binnen de partijen. Die hebben in elk district vier of vijf kandidaten die elkaar te vuur en te zwaard bestrijden. In het parlement hebben de gekozenen niets te vertellen. Daar telt alleen de fractiediscipline, want de regeringsmeerderheid is nooit groter dan één tot drie zetels. Het enige wat voor een volksvertegenwoordiger telt zijn de gunsten die hij voor zijn kiezers bewerkstelligt bij de almachtige regering. Dientengevolge is de afstand tussen kiezer en gekozene hier, geheel volgens de wensen van D66, minimaal.