naar volkenrecht en daarna naar polemologie. Röling is daarbij vaak verkeerd getypeerd: als wereldvreemde idealist enerzijds, als doemdenker anderzijds. Zijn pleidooi voor een volkenrecht waarin ook de arme landen hun plaats zouden vinden, was gebaseerd op het inzicht dat geldend recht altijd ten minste gebaseerd is op macht, belang en status. Juist wie daaraan voorbijgaat is wereldvreemd. Van de roep ‘doemdenker’ te zijn trachtte hij zich later te bevrijden door te stellen dat polemologen juist naar wegen zoeken om de oorlog te voorkomen.
Maar het is onmiskenbaar dat het onafgebroken waarschuwen voor een nucleaire catastrofe-op-termijn - nodig geacht om de publieke opinie de ogen te openen - ten koste is gegaan van de aandacht die zijn recepten voor de vrede kregen. Tegenover de Nederlandse vredesbeweging, die zich in dit opzicht van hem een kind mag weten, stelde Röling zich als welwillende vader op, zonder zich er intellectueel of politiek aan te committeren. Zijn eigen opvattingen, samengevat in het begrip ‘defensieve afschrikking’, gingen dan ook in heel andere richting: nucleaire wapens zijn onbruikbaar, maar voorlopig ook onmisbaar om de vrede te handhaven.
Een op dat inzicht gebaseerde minimale wapenmacht van de navo, door Röling ‘een historisch gegroeide noodzaak’ genoemd, kan eenzijdig worden vastgesteld, zonder gevaar voor de eigen veiligheid; sterker nog: om deze te vergroten. Hij was in de laatste twintig jaar van zijn leven uitgegroeid tot een vertrouwenwekkende publieke figuur, minder in staat de inhoud van deze boodschap gehoor te doen vinden dan wel om aandacht te krijgen voor het mogelijke gevaar van een nucleaire oorlog.
‘Ik heb... een opvatting verdedigd, die men van de daken zou willen schreeuwen. Maar in academische kring wordt niet geschreeuwd. In de aula van de universiteit is geen plaats voor een hartekreet,’ zei hij aan het slot van zijn afscheidscollege. De schijnbare dubbelzinnigheid van deze slotwoorden kan niet verbergen dat Röling ook hier geen profeet wilde zijn, maar professor. En dat zal hij nu voor altijd blijven.
23 maart 1985