Opera en politiek
Een wereldpremière: afgelopen zaterdag vond in het Concertgebouw, in de matinee, de eerste, concertante, opvoering plaats van de opera Herinnering aan het Taiping Meer. De recensenten waren niet bijzonder onder de indruk. Zelf vond ik het werk niet onaangenaam klinken, maar veel Chinees viel aan de muziek niet te ontdekken en echt spannend werd het ook niet. De eraan voorafgaande wereldpremière van een nog kortere Chinese opera was van een ander kaliber, dankzij een authentiek schrille Chinese sopraan.
Wat ik echter boeiend vond aan Herinnering aan het Taiping Meer was het onderwerp: de zelfmoord, die een van China's grootste schrijvers, Lao She, in 1966 pleegde nadat hij tijdens de Culturele Revolutie het doelwit was geworden van de door partijleider Mao Zedong onketende Rode Gardes en hun met terreur en geweld afgedwongen politieke correctheid. Tijdens de Culturele Revolutie (1966-1976) zijn niet alleen tientallen miljoenen Chinezen vermoord, gemarteld en gevangengezet, maar vond ook een ongekende kaalslag in cultureel opzicht plaats. Op last van Mao's vrouw mochten er in de Volksrepubliek nog maar vijf Chinese opera's repertoire houden, alle met een voorgeschreven politieke duiding.
Zo gezien is deze Chinese opera er een herinnering aan dat politiek weliswaar opera's kan verbieden, maar dat opera op zijn beurt zulke politiek aan de kaak kan stellen. Niet dat dit tegenwoordig vaak gebeurt. Tussen politiek en serieuze muziek is in de twintigste eeuw geleidelijk aan een kloof ontstaan. Niet alleen omdat componisten ervan af hebben gezien in hun werk rechtstreeks te reflecteren op politieke gebeurtenissen en processen. Maar toch ook omdat veel van de muziek van de twintigste eeuw zich er niet toe leent om als interpretatie van politieke stemmingen dienst te doen. Het koor van de joodse gevangen uit Verdi's Nabuccodonosor, anderhalve eeuw geleden voor het eerst gezongen, is daar bijvoorbeeld nog steeds geschikt voor en zo wordt het ook nog steeds gebruikt (en misbruikt). Maar het heeft geen evenknie in moderne muziek.
John Adams is een van de weinige hedendaagse componisten die wel rechtstreeks ingaan op de politiek van hun tijd. Het eerste voorbeeld daarvan was zijn opera Nixon in China, die zo'n twintig jaar voor het eerst (en het laatst) werd opgevoerd in De Nederlandse Opera. Het onderwerp is de dooi in de Chinees-Amerikaanse betrekkingen, in 1972 bekroond met een officieel bezoek van president Nixon en Henry Kissinger aan Mao Zedong. Adams begon als een