spreeuwen, die het zaaigoed wegvraten. Wekenlang werden de vogels met geratel, het slaan met pannendeksels en het wapperen met vlaggen opgejaagd, totdat ze uitgeput op de grond vielen, en ten dienste van de opbouw van het socialisme konden worden afgemaakt. Een vrachtauto vol dode spreeuwen: het is een onvergetelijke samenvatting van wat het maoïsme inhield. (Het succes van de campagne was zo groot dat vervolgens een insectenplaag uitbrak. Ook daartegen werd een massacampagne gevoerd.)
Wat ze in Peking ook niet leuk vonden waren de uiteenzettingen van Mao's dokter over diens seksuele liefhebberijen: orgieën met jonge, domme boerenmeisjes, die het een hele eer vonden met zijn allen de oude dikzak te bevredigen. Volgens de arts plaatste Mao zich daarmee in een typische Chinese traditie, want op het Chinese platteland was geslachtelijke omgang eigenlijk het enige vertier dat ‘de idiotie van het boerenleven’ (Marx!) verbrak. Het is een prachtig verhaal, verteld in een Chinees waarin men twee of drie keer de termen ‘entertainment’ en ‘playmates’ hoort vallen.
Ook in ander opzicht legt de documentaire de nadruk op het traditionele van Mao's leiderschap. Hij past meer in de Chinese imperiale traditie dan in de marxistische revolutionaire. Van Marx en het marxisme wist hij eigenlijk niks, maar des te meer was hij thuis in de Chinese geschiedenis en in de machiavellistische teksten over hofpolitiek. Hij vergeleek zichzelf graag met de eerste keizer van China, de man die de Grote Muur bouwde, en pochte vaak dat die maar 460 intellectuelen had laten afmaken, hij daarentegen wel 46.000.
Omdat dit alles verleden is, en Mao al vijftien jaar lang is opgezet in een protserig mausoleum, krijgen deze beelden en commentaren iets ontwapenends - dit alles heeft geen politieke relevantie meer. Toch moet men zich realiseren dat het hier gaat om de grootste massamoordenaar van de twintigste eeuw. Alleen al zijn ‘Grote Sprong Voorwaarts’-campagne, die in 1958 werd begonnen om China in één klap in het rijk van het socialisme te voeren, kostte ruim veertig miljoen doden. Er is ook geen enkele reden om te twijfelen aan het getal dat wordt genoemd als het gaat om het aantal mensen dat op een of andere manier slachtoffer is geworden van de Culturele Revolutie: honderd miljoen. De bekendste van hen was Deng Xiaoping. ‘De Tweede Leidende Persoon In De Partij Die De Kapitalistische Weg Bewandelt’, zoals hij toen werd aangemerkt. Hij overleefde.
22 december 1993