lang, of een beleidsvisie, maar de persoonlijke relatie tussen kiezer en kandidaat. De verkiezingsstrijd gaat dan ook niet tussen partijen, maar tussen personen en is toegespitst op individuele kiezers, niet op beleidsvraagstukken. Wordt het in de Nederlandse politieke cultuur onfatsoenlijk gevonden als de kiezer op een kandidaat stemt om van deze persoonlijke gunsten terug te krijgen, in het zogenoemde ondernemersmodel uit de landen rond de Middellandse Zee is dat juist de kern van de politiek. De politicus is een ondernemer die stemmen vergaart door gunsten te beloven.
Uit het onderzoek van Rath blijkt dat de deelname van Marokkanen en Turken aan deze verkiezingen nog helemaal gebaseerd was op dit ondernemersmodel. (Voorzover ze tenminste inderdaad deelnamen: de opkomst was 11 procent.) Dit is ook geen wonder: zij kennen de Nederlandse politieke cultuur meestal in het geheel niet en zoeken houvast bij de gewoonten van hun eigen land. ‘Buitenlanders, en dit geldt in het bijzonder voor Marokkanen en Turken, leven nog goeddeels buiten de Nederlandse samenleving, ze hebben weinig overzicht van het maatschappelijk gebeuren,’ schrijft Rath. Dat is zowel gevolg als oorzaak van de zwakke maatschappelijke positie waarin ze zich hier bevinden.
Maar een aantal van hen, de meest ondernemenden, heeft het verder geschopt. ‘Er zijn de pensionhouders, de café-eigenaren, de moskeebazen, de slagers en vooral ook de tolken, die men hoogacht en van wie men met recht verwacht dat zij goed de weg kennen naar de Nederlandse maatschappelijke instellingen, zoals de (vreemdelingen)politie, de sociale dienst, de dienst volkshuisvesting, het gak en de politieke partijen.’ Een aantal van hen heeft zich ontwikkeld tot echte ‘patroons’; zij bemiddelen voor een eigen clientèle bij allerlei Nederlandse instanties. Het is opvallend dat het juist zulke patroons zijn die zich voor de verkiezingen kandidaat stelden of lieten stellen door Nederlandse partijen, waarbij ze hun cliënten bewerkten om op hen te stemmen. Men kan aan deze wijze van politiek bedrijven positieve kanten zien: de ‘patroons’ worden tevens politieke ondernemers en versterken zo hun brugfunctie tussen de buitenlanders en de Nederlandse samenleving.
Een brug kan echter ook barrière zijn. Succesvolle patroons hebben er geen enkel belang bij hun clientèle onafhankelijk te maken van hun dienstenverlening. Rath: ‘(...) en daarmee bestendigen zij de onmondigheid. Het zo gegroeide systeem van “informele invloeds- en machtsuitoefening” wordt met de deelname aan de Nederlandse verkiezingen omgezet in een formele politiek. (...) De